Duck and cover
Ah, wie denkt er niet aan de verboden stad en het Tian'anmenplein bij het horen van de naam Beijing/Peking. Sommige mensen trekken er 2 dagen voor uit om het keizerlijke paleis te verkennen. Andere, cultuurbarbaren zoals wij, racen er op anderhalf uur door. De reden daarvoor is hoofdzakelijk het ijskoude weer. Het zonnetje schijnt en de lucht is blauw, maar door de snijdende windzakt de gevoelstemperatuur makkelijktot -20 graden.Ik kan je verzekeren, niet echt motiverend om veel foto's te nemen of om het model te gaan uithangen (ook al is het dan metde nieuwste aanwinst van mijn homofanclub. Hij wil mijn handje vasthouden op de foto, maar zo'n dingen daar begin ik nietaan bij een eerste ontmoeting). En al helemaal niet op een open vlakte zoals het Tian'anmenplein. Blijkbaar is dit het grootste plein ter wereld (en de grootste nachtmerrie voor alle agorafoben) met zijn 440000vierkantemeter. Het is hier dat Mao China tot republiek heeft uitgeroepen en af en toe worden er ook bescheiden parades gehouden van 1000000 mensen. Maar Tian'anmen is vooral wereldberoemd geworden doorrellen. In '89 zijn er tanks en soldaten nodig om het plein te ontruimen van de betogers voor democratie. Tot zover de geschiedenisles en hetsnoozefest.
Het beste in Beijing is ongetwijfeld het metronetwerk dat met de komst van de Olympische Spelen in 2008 werd uitgebreid en spotgoedkoop is. Voor 2 Yen (=25 cent) rij je naar de andere kant van de stad. Het is waarschijnlijk ook de enige plaats in heel China waar je van de vloer kunt eten. De metro brengt ons in recordtempo naar het 'Temple of heaven park' en de 'Lama temple'. Deze laatste is veruit de mooiste Tibetaans-Boedhistische tempel die we in china gezien hebben. We krijgen meteen spijt dat we, uit noodzaak, de Tibetaanse dorpen overgeschoten hebben. Maar de kans was gewoon te groot dat we, omwille van het Chinees Nieuwjaar, daar ergens vast gingen komen te zitten en daardoor niet op tijd in Shanghai zouden geraken.
Dan is het grote moment aangebroken, de reden van de volksverhuis, Chinees Nieuwjaar. Rond 6 uur liggen de straten van Beijing er verlaten bij. Zelfs de meeste restaurants sluiten hun deuren. Het hostel heeft ergens take-away besteld en het lijkt ons wel gezellig om met een hele bende samen te zitten. Het eten dat we voorgeschoteld krijgen zijn vast overschotjes want in sommige bakjes liggen de hersenen, de ogen en zelfs de snavel van een kip!
Omdit feestmaal door te spoelen stel ik voor om de stad in te trekken naar een bar waar ze 40 verschillende Belgische bieren hebben. Jammer genoeg kan ik de bar niet vinden (ik presteer niet onder druk)en begint onze groepte zeuren. We gaan over naar plan-B, een ander cafe waar ze gelukkig ook weten wat goed bier is. Om middernacht is het net alsof de hele stad ontploft van het vuurwerk. In China is er blijkbaar geen groot vuurwerk dat door de overheid georganiseerd wordt en zijn demensen hiervoor op zichzelf aangewezen. Daar hebben ze echter geen probleem mee. Overal worden op straat kraampjes opgericht waar je massa's vuurwerk in alle formaten kan kopen. Langs de kant van de weg staan auto's geparkeerd met een koffer vol vuurwerk. Veiligheid is wel het laatste waar ze aan denken. Sommigen staan zelfs pijlen onder hoogspanningskabels af te steken. Als je even niet oplet staat er plots een grote kartonnen doos met 20 vuurpijlen achter je rug te branden. Je moet hier voortdurend wegrennen en dekking zoeken of je krijgt een vuurpijl in je achterste. Het duurt niet lang vooraleer hetgeluid van ambulances en ziekenwagens zich verspreid over de stad. De Chinezen steken vuurwerk af om boze geesten af te schrikken (maar vooral omdat ze het gewoon leuk vinden denk ik). Ook daarom hebben alle Chinese deuren een houten drempel om geesten tegen te houden. Wanneer we enkele uren later terug naar 'huis' gaan is het afschrikfeest nog steeds aan de gang. De straten zijn volledig bedekt met lege hulzen en andere rommel. Dit zal zo nog een week doorgaan!
De volgende dag gaan we, op Yirka's verzoek, naar een temple fair wat een beetje te vergelijken is met onze jaarmarkt. Behalve dat het hier aan een tempel is en veel drukker (en ook zonder alcohol). Met een beetje chance kan je een leeuwendans zien, maar het enige dat wij te zienkrijgen zijn mensen verkleed als koeien vergezeld door 2 boeren die constant hun tekst vergeten.
Een laatste must-do is natuurlijk Peking-eend gaan eten. De laatste avond spreken we met onze uitsluitend uit Amerikanen bestaande bende, Jessica, David, Karey en Ana, af om in bekend restaurant dat hierin gespecialiseerd is, afscheid te nemen (Dao dong). Pas wanneer we binnengaan zien we dat het een luxerestaurant is. Alle 6 gekleed als schooiers kunnen we er gewoon niet harder uit de toon vallen. We laten ons hierdoor niet afschrikken en bestellen 3 eenden, waarop de ober ons vreemd aankijkt enzegt dat wemaar anderhalve eend kunnen krijgen. OK dan maar zeker. De 1,5 eend wordt met veel show aan onze tafel in stukken gesneden en daarna komt een meisje ons uitleggen hoe we peking-eend moeten eten. De buitenkant met het vel wordt met suiker gegeten (lekker; smaakt als wentelteefjes). De rest moet je ofwel tussen een soort pannenkoek of een holle pistolet steken met sojasaus of looksaus en wat groenten. Ik had wel nog 1,5 eend extra kunnen eten! Het was een beetje een vreemde ervaring, maar wel een gepaste afsluiter van Beijing.
Aan iedereen een gelukkig Chinees Nieuwjaar of zoals de Chinezen zeggen: gung hay fat choy (= dat je proper mag worden). Ik zou hen echt niks beters kunnen toewensen!
Off the wall
Omdat ons halve schema gesneuveld is, zijn er extra dagen vrijgekomen om de muur uitvoerig te kunnen gaan verkennen. We bewandelen 5 delen van de muur in evenveel dagen. Drie keer zorgt de mist er weer voor dat we amper iets te zien krijgen en 1 keer is het -20 en moeten we na een uur al op geven wegens te koud. Enkel tijdens onze laatste beklimming hebben we geluk en schijnt de zon waardoor we de muur eindelijk in volle glorie te zien krijgen.
De muur bestond oorspronkelijk uit afzonderlijke verdedigingsmuren die verspreid lagen langs de grenzen met het huidige Mongolie. Het is keizer Qin (die ook het Terracotta leger heeft laten bouwen) die verantwoordelijk is voor het verbinden van deze stukken muur met elkaar. De dynastieen na Qin zorgen voor de verdere uitbreiding van de muur, maar het is vooral onder het bewind van de Ming Dynastie (meer dan 1000 jaar nadat keizer Qin start met het verenigen van de verschillende stukken muur) dat de muur groots wordt gemaakt met het moderniseren van de velen wachttorens en het verbreden en verhogen van de muur. Niet dat het ook maar iets heeft uitgemaakt, want niet veel later veroveren de Mongelen zowat heel huidig China, daarna vallen scheepvaarders vanuit het Westen China binnen via de Oostkust , en nog vele jaren later zullen de Japanners China veroveren, vooral vanuit de lucht.
De muur is naar schatting 8000 km lang en kronkelt van de Hexi-corridor in het Westen tot aan de huidige grens met Korea in het Noord-Oosten van China. Keuze genoeg dus uit plaatsen waar je de muur kan bewandelen, maar we kiezen ervoor ons te baseren in Gubeikou en Beijing en van daaruit de muur te veroveren.
Ons minst favoriete deel is het stuk nabij Badaling. Niet omdat het overgerestaureerd is zoals de LP klaagt (we vinden het interessant om te zien hoe de muur er 1000 jaar eerder heeft bijgestaan), maar omdat ze er opnieuw een pretpark-achtige bedoening van hebben gemaakt. Er is zelfs een soort van rollercoaster die langs de muur en heuvels gaat om dan door een gat in de muurte te verdwijnen om aan de andere kant weer te verschijnen. Had dit er 1000 jaar eerder geweest, hadden de Mongolen het wel heel gemakkelijk gehad. Wiiiiiiiii! Het is ook moeilijk een mooie foto te nemen van de muur als er op elke heuvel een zendmast staat.
Geef ons dan maar de stukken muur, met de tot de verbeelding sprekende namen 'curling dragon' en 'tiger mouth', nabij Gubeikou. Deze zijn niet gerestaureerd, wat betekent dat er soms delen ontbreken en de wachttorens vaak niet meer zijn dan een halve muur. Toch is het ongekend mooi. De laatste dag wandelen we door de heuvels met een Amerikaans koppel, Ana en Karey, tot de zon ondergaat. Het is ijzig koud, maar dat deert ons niet. Dit is iets dat iedereen in zijn leven op z'n minst 1 keer zou moeten aanschouwen.
Die avond gaan we met z'n vieren nog iets eten in een klein restaurantje in het dorp. De kokin is eigenlijk gewoon oma, en we nemen plaats in de eetkamer van het huis. Ze kookt de lekkerste en pikanste dingen voor ons, die na onze pittige wandeling vlot naar binnen gaan.
HOSTEL: The great wall box house
FILM: Mongol
FILM: Mulan
BOEK: Biru en de chinese muur - Tong Su
Lay your head down
Eindelijk! Christophe heeft het licht gezien! Ik heb het al een tijdje gehad met georganiseerde tours, maar Christophe bleef elke keer maar aandringen. Ook deze keer weer, al moet ik wel toegeven dat de omschrijving van de tour door onzegastvrouw heel aanlokkelijk klonk. We betalen per persoon 3 keer meer dan wanneer we op eigen houtje zouden gegaan zijn, maar ze beloven ons de beste gids in China en een bezoek aan niet enkel de Terracotta krijgers, maar ook aan de graftombe van de keizer. Deze graftombe blijkt niet meer dan een heuvel te zijn, begroeid met dennebomen en onze gids is alles behalve capabel. De informatie die ze verschaft komt rechtstreeks van de borden die in het museum hangen en ze houdt er, net zoals onze gids in Halong Bay, een belachelijk strak schema op na. We krijgenexact 32 minuten in de eerste put (en geen minuut langer),wat veel te weinigom dezereuzachtigeruimte waar ongeveer 2000 soldaten staan opgesteld, te bezichtigen. Uit protest gaat Christophein hongerstaking.Zoals altijd is de lunch niet inbegrepen en stoppen we aan een restaurant waar de gids een commissie op kan strijken. Hij lijdt liever honger dan haar die extra centjes nog te gunnen.
Ik vond de Terracotta krijgers indrukwekkend.We hebben nochtans redelijk wat mensen ontmoetdie ons aanraadden niet te gaan wegens niet de moeite. Uiteindelijk zijn het ook maar 3 hangars, waarvan er 1 is met slechts 56 krijgers (hoogste officieren in rang), 1 waar de opgravingswerken nog volop bezig zijn, en 1 met dus de 2000 gerestaureerde krijgers. Je krijgt ze enkel vanop een afstand te zien. Ze staan zo ver dat ik met mijn slecht zicht een foto moet nemen en inzoomen om de gezichten van de krijgers te kunnen onderscheiden. Ik kan wel begrijpen waarom mensen vinden dat er niet veel aan is, maar toch heeft deze site mij meer aangesproken dan de meeste andere bezienswaardigheden in China. Ze hebben deze plaats eenvoudig gehouden en wat je te zien krijgt is authentiek. In de tweede put zie je nog hoe de krijgers gevonden zijn; bedolven onder het puin (omdat het plafond van de grafkamer naar beneden is gekomen) en in 100 stukken gebroken. Het is interessant om zien hoe ze de krijgers opgraven en terug ineen puzzelen. Voorlopig hebben ze reeds 8000 krijgers gevonden, waarvan er 2000 reeds zijn gerestaureerd. Hier hebben ze meer dan 25 jaar over gedaan; nog een kleine 100 jaar werk gegarandeerd dus. Ze vermoeden trouwens dat er nog veel meer krijgers begraven liggen. De putten zijngevonden op 2 km van de eigenlijke graftombe, en het hele gebied ertussenis nog niet eens onderzocht.
De Terracotta krijgers waren het waanzinnige idee van keizer Qin; de eerste keizer van China die even geliefd was als hij gehaat werd. Hij heeft China verenigd tot het land dat het min of meer vandaag de dag is en allerlei positieve hervormingen doorgevoerd. Maar hij is vooral bekend om zijn grootheidswaanzin. Zijn mausoleumhad de grote van een stad compleetmet tempels, woningen en rivieren (blijkbaar gevuld met kwik in plaats van water). Mee met hem begraven zijn enkele duizenden, toen nog alive-and-kicking, Chinezen, rijkdommen allerlei (juwelen, goud, ...) en dus ook het terracotta leger. Ze zijn er nog niet helemaal uit waarom hij dit heeft laten bouwen, maar wat ze wel weten is dat het een groot geheim moest blijven. In geen enkele tekst staat het leger omschreven (terwijl er wel tekstenbestaan over het mausoleum) en de werklui die het leger hebben gemaakt werden na bewezen diensten gewoon vermoord. Het zijn ook zij die hun gewicht hebben geleend aan de krijgers. Als je weet dat er 8000 krijgers gevondenzijn en dat die allemaal een ander gezicht hebben, weet je ook meteen hoeveel arbeiders er gesneuveld zijn tijdens het bouwen van dit 'meesterwerk'. Fout of niet, het heeft gewerkt: de terracotta krijgers zijn 2200 jaar veborgen gebleven voor de mensheid, tot een boer in de jaren 70 ze toevallig ontdekt.
Je mag de Chinezen niet onderschatten. Ze hebben doorheen de jaren de meest imposante dingen weten te verwezelijken. Het is gek dat tijdens onze geschiedenislessen op school China niet eens vermeld werd. Bijna het hele schooljaar van het eerste middelbaar wordt gewijd aan de culturen ontstaan rondom de Tigris en de Eufraat en de Nijl, maartegelijkertijdleefde in China rondom de Gele rivier een minstens even hoogwaardige cultuur. Terwijl Europa er alles behalve op vooruit gaat tijdens de Middeleeuwen beleeft China al zijn Renaissance(maar zo'n kleine1000 jaar voor ons).
Het is jammer dat zij hun donkere jaren nog niet zo lang geleden hebben moeten beleven. Nadat Mao's sprong vooruit faalt, verliest hij zijn plaats aan de top. Om er voor te zorgen dat hij toch zijn macht kan behouden, verzint hij met zijn 'culturele revolutie' een manier om de Chinzen verder te blijven onderdrukken. Hij schrijft zijn rode boekje dat bol staat van de propaganda en regels hoemen zich hoort te gedragen. Iedereen die hier van afwijkt wordt naar heropvoedingskampen verbannen waar ze als slaven moeten werken. Nog eens miljoenen laten hier het leven. Omdat Mao vindt dat alles wat met de Chinese oudheid te maken heeft, zorgt voor afleiding, geeft hij zijn Rode leger de opdracht zo veel mogelijk erfgoed te vernietigen. Vandaar dat veel van de dingen die je in China te zien krijgt heropgebouwde kopieen zijn.Gelukkig dat de krijgers verborgen zaten onder de grond, of ze hadden ze toen voorde 2e keer een kopje kleiner gemaakt.
HOSTEL: Hang Tan inn
BOEK: Wilde Zwanen- Jung Chang
You are awful but I like you
Welkom dames en heren bij de uitreiking van de eerste jaarlijkse 'Dirties', de awards gecreeerd om de meest walgelijke dingen in China in de kijkerte plaatsen. We in hebben in de voorgaande verhalen reeds enkele winnaars in andere categorien vermeld, maar vandaag is het de beurt aan de catergorie 'lichaamsvloeistoffen'. Met trots stellen we de 3 genomineerden aan jullie voor.
Onzeeerste kanshebber op een 'Dirtie' zijn 'de vuile-poep-babies'. Deze kleine kindjes dragen geen pampers zoals bij ons, maar hebben een scheur achterin hun broek en als ze hun behoefte moeten doen, doen ze dat gewoon. Waar ze zich ook bevinden. Denk maar niet dat mama of papa hun poep afkuisen of het 'pakketje' opruimen. Wanneer we in het station op onze trein zitten te wachten, is er een oude vrouw die mijn glimlach uit beleefdheid, ze blijft maar naar ons wuiven, opvat als intresse in de vuile-poep-baby die ze op haar arm heeft. Ze blijft maar proberenhet ding op mijn schoot neer te zetten. Ik zet vlug mijn tas op mijn schoot, en al de rest van onze spullen in mijn onmiddelijke nabijheid, om dit te voorkomen en blijf Christophe, die het zelf bijna in zijn broek doet van het lachen,maar om hulp roepen. De baby heeft evenveel schrik van mij als ik van hem en hij begint te huilen. Oef. Saved by the bell.
'Het constante gerochel en snuiten van hun neus zonder zakdoek' (zoals de wielrenners dat doen; 1 neusgat dichtknijpen en blazen maar) zijn ook bij de gelukkigen die een nominatie in wacht hebben weten slepen. Het gerochel gaat altijd gepaard met een vreselijk geluid dat door merg en been gaat. Ik denk dat het nog het best te vergelijken is met het overdreven geluid dat slechte acteurs in een B-film maken wanneer hun personage net werd neergeschoten en bloed aan het ophoesten is. Je krijgt dit geluid de hele dag doorte horen (gelukkig is het in sommige grote steden iets beter). Ik ben er nog niet over uit wat nu het vuilst is: de groen-gele fluimen overal op de grond (ze rochelen net zo goed binnen in gebouwen als op de trein en bus) of de neusbeesten die ze na het vangen aan het deurportaal smeren. Ik ben heel blij dat het nu winter is en dat ik stevige botjes en handschoenen aanheb. Met al die babypoep en -plas, rochels en snottebellen had ik hier niet op mijn sandalen willen rondlopen.
De toiletten in China zijn onze laatste genomineerde voor vanavond. We waren de Franse WC (een gat in de grond) al eerder tegengekomen in andere landen in Azie, maar zo erg als in China is het tot nu toe nog niet geweest. In Indonesie was er een overjaarse hippie die beweerde dat de Aziatische WC'shygienischer waren dan de Westerse omdat je lichaam de pot niet raakt. Misschien moest hij maar eens stoppen met jointjes roken. Mannen hebben trouwens makkelijk praten. Voor hen maakt het niet zoveel uit of ze in een pot plassen of ineen gat in de grond. Voor een meisje is het een pak lastiger. In de rest van ZO-Azie viel het nog wel mee omdat de paar Franse WC's die we zijn tegengekomen altijd (redelijk) proper waren, maar in China hangen vaak niet alleen de pot, maar ook de muren en deuren vol stront (soms hangen er zelfs gebruikte maandverbanden aan de muur geplakt). Hoe mensen zich zonder houvast boven een gat in de grond kunnen balanceren en er tegelijkertijd in slagen niet op hun schoenen te plassen, weet ik niet. Ik ga het alvast niet proberen uitzoeken.
Gelukkig waren er Westerse WC's in alle hostels en hotels waar we totnu toe in hebben gelogeerd. De enige keren dat we dus te maken krijgen met de vieze soort is tijdens het reizen met de bus of trein.In de grote stations zijn vaak nog Westerse WC's aanwezig voor de gehandicapten, maar deze zijn meestal op slot of worden door de kuisvrouw gebruikt als materiaalkot. Ik smeek de stationschef liever om de sleutel van deze WC's dan me te wagen aan de gore toestanden in de vrouwentoiletten. Wanneer de deur van de gehandicapten WC trouwens niet op slot is, staat de bril vol schoenafdrukken. De Chinese vrouwen weten blijkbaar niet hoe eenWesterse WC te gebruiken en gaan alsnog gehurkt bovenop de pot zitten. Soms improviseren ze een Westerse WC door een stoel met een gat in boven de Franse WC te plaatsen.
Wanneer we lang moeten reizen (in een groot land als China is een treinrit van 15 uur niet abnormaal), zorg ik dat ik zo weinig mogelijk eet en drink om een toiletstop te kunnen vermijden. Dit werkt meestal, maar 1 keer heb ik pech: onze bus valt, na eerst uren in de file te hebben gestaan, in panne en we moeten nog eens uren wachten op het vervangstuk. Ik moet dringend en ga daarom het gebouw met de WC's binnen. Ik wou dat ik dit niet had gedaan. De 'WC' was 1 grote ruimte met in het middeneen lange geul en hierboven zitten ze allemaal op een rijtje achter elkaar hun behoefte te doen. Geen privacy (hun gezicht zit op centimeters van de kont van de persoon voor hen) en geen mogelijkheid door te trekken waardoor alles op een hoop komt te liggen. Ze schamen zich niet voor dit soort dingen (scheten laten en boeren ook niet). Dit vinden ze menselijk; de natuurlijke gang van zaken.
En de winnaar is...(tromgeroffel)... de toiletten. Unaniem verkozen door onze vakkundige jury tot het meest vieze, vuile, gore aspect van China. Proficiat!
Nogal een geluk dat de mensen zo ontzettend lief zijn of ik denk dat we de eerste vlieger het land uit hadden genomen. China zou ondragelijk geweest zijn zonder de zorgzaamheid van de Chinezen. Ze zijn heel begaan met je en niets is hen teveel. Ze behandelen je als een koning en koningin: ze geven je gratis dingen, staan hun plaats af voor jou op de trein, komen altijd meteen vragen of je hulp nodig hebt, dragen je rugzak voor je, en ga zo maar door. Ze laten je echt welkom voelen in hun land, en wij zijn nog steedsmaar wat blij hier tekunnen zijn.
Beaten by the ugly stick
Iets wat ons is opgevallen tijdens ons verblijf in China, is dat de ze echte shop-a-holics zijn. De steden lijken 1 groot winkelcentrum. Je kan er het ene uitwandelen en zo het andere binnengaan. De straten rondom deze winkelcentra zijn vergeven van kleinere winkeltjes en op de stoep staan verkopers van talrijke kraampjes hun waren aan te prijzen.
Hoewel ze nog steeds een communistisch land zijn, werd na de dood van Mao zijn propaganda vervangen door de nieuweslogan 'being rich is glorious'. De Chinezen vonden dit beter klinken dan 'no constructionwithout deconstruction'en zijn massaal aan de slag gegaan om dit te verwezelijken. Ze zijn hier zo in opgegaan dat ze 'geluk' gelijk zijn gaan plaatsen aan 'geld'. Er wordt gewoonweg geen onderscheid gemaakt tussen beide zaken.
Met hun welverdiende centjes zijn ze gaan shoppen. De Chinezen (niet de minderheden die in de uithoeken op het platteland wonen) zijn heel begaan met hun uiterlijk, meer nog dan bij ons. Ze zijn geobsedeerd door cremes en andere cosmetica; er zijn hele winkelcentra die onderdak bieden aan niets anders dan parfumeries en schoonheidssalons. Toch is het een hele uitdaging gebleken normale producten te vinden. Deo, bodylotion, douchegel ..., hebben bijna allemaal 'whitening' op de verpakking staan en moeten er voor zorgen dat hun huid zo bleek mogelijk blijft. De flesjes en tubes die dat niet uitdrukkelijk vermelden, durf ik niet te kopen; je weet maar nooit. Nu ik eens een bruin kleurtje heb, wil ik het ook zo lang mogelijk kunnen houden. De Chinezen, en andere Aziaten, denken daar heel anders over; een bruine huid vinden ze lelijk. Bij de minste zon lopen ze rond met parasols, en zelfs bij 30 graden dragen ze handschoenen en kousebroeken.
Maar de meeste aandacht gaat uit naar hun kledij. Ze zijn dol op mode, wat overigens niet automatisch wil zeggen dat ze daarom ook stijl hebben. Je kan hen het best vergelijken met de Spice Girls. Er is Sporty spice die, nogal voor de hand liggend, joggingbroeken en trainingsvesten draagt. Het is een populaire stijl in China. Als je door een winkelstraat loopt, heb je een Adidas winkel, ernaast een Nike winkel, daarnaast terug een Adidas winkel, afgewisseld door misschien eens een Puma winkel, en dan weer een Nike winkel. Verder heb je ook nog Baby spice. De winkels waar zij haar kleren koopt lijken op de speelkamer van een 5-jarige: snoepjeskleuren (met een duidelijke voorkeur voor elke tint roze), kant, bloemenmotiefjes, pompons, parels, glitter, strikjes, strikjes en nog eens strikjes en knuffelberen (tassen met een beresnuit, wanten met een pluchen konijn opgenaaid, mutsen met oortjes,...). De laatste groep zullen we om het netjes te houden maar Posh spice noemen, al zien ze er eerder uit alsof ze het oudste beroep ter wereld beoefenen: laklederen hotpants, blinkende leggings, nep-bonten jasjes, knielaarzen met torenhoge hakken, tijgerprints en dit alles afgewerkt met een overdaad aan gouden studs. We zullen het er maar op houden dat smaken verschillen en stijl iets persoonlijk is. Het maakt toch niet zo veel uit: al draagt een aap een gouden ring, het is en blijft een lelijk ding. De Chinezen zijn geen mooie mensen. Af en toe zie jeiemand knap of stijlvol iemand over straat wandelen, maar bij de overige 1,3 biljoen is de stok hard tekeer gegaan. Heel hard.
Winkelen zit er voor mij dus niet in. Niet alleen zijn demeeste kleren dus ondraagbaar, ze zijn ook nog eens nep (en real girls don't do fake, he Din).Je hebt de duidelijke namaak die verkocht wordt vanop kraampjes op straat. Het is gemaakt in dezelfde stijl als het originele merk en ook wordt het juiste logo en lettertype gebruikt, maar de kwaliteit is zeer slecht en de merknaam is dikwijls fout geschreven (een greep uit het aanbod: Morco Polo, Vars, G-stra, H&C en Dier). Maar je hebt hier ook degelijke namaak. Je ziet amper het verschil. Alles lijkt te kloppen; de kleren worden zelfs verkocht in winkels waar officiele reclame posters hangen. En toch is het nep. De beste manier om het te merken is de prijs. Wanneer de prijs goedkoper is of gelijk aan die bij ons, is het fake. Gegarandeerd. Winkels die het echte werk verkopen, rekenen meer dan het dubbele voor kledij van bij ons. Dit is zelfs het geval voor voedselwaren in de supermarkt. De nep m&m's (die er volledig hetzelfde uitzien, maar anders smaken) liggen voor 4 Yuan aan de kassa; de echte liggen achter slot en grendel te koop voor 20 Yuan.
Maximum consumption
Verplicht op ieders reisplan door China zou een uitstap naar de lokale markt of supermarkt moeten staan. Super! Behalve dan wanneer je een dierenrechtenactivist bent. Dan zou het wel eens kunnen tegenvallen.
De Chinezen houden van vers, dus het is gebruikelijk dat het avondmaal nog levend wordt gekocht om dan voor je neus te worden geslacht. In de supermarkt zitten vissen, schildpadden, kikkers en krabben in aquariums te wachten op hun lot. De bakjes zijn zo klein en zitten zo vol dat er geregeld wel iets durft te ontsnappen. Het gebeurt meermaals dat we een kikker voorbij zien hoppen of dat er plotseling een vis voor onze voeten ligt te spartelen. Er staat hier iemand wiens enige job het is om de weglopers te vangen met een netje en terug te plaatsen in het te kleine bakje. Op de markt kan je zelf je varken uitkiezen dat ze dan doodleuk de kop afhakken waar je bijstaat. Het hele beest wordt in kleine stukken gekapt en in zakjes gedaan: van ingewanden, hersenen, oren en snuit tot zelfs het bloed toe. Niks gaat verloren. Ze eten een beest letterlijk met huid en haar op.
Dit stamt nog af uit de tijd dat er grote hongersnood heerste in China. Het is opnieuw hetzelfde verhaal: land raakt in verval nadat in het Westen de industriele revolutie op gang komt en de Chinezen weigeren hier aan deel te nemen. Ze vinden alles niet-Chinees per definitie slecht (dit gevoel was ontstaan door de constante aanvallen van Noordelijke volkeren, het verliezen van belangrijke gebiedenlangs de Oostkust aan de Fransen, Duisters en Britten en het voeren van de opiumoorlogen) en ze geloven dat ze hun eigen boontjes kunnen doppen. De vooruitgang wordt afgeremd en mensen zijn niet langer tevreden. Burgeroorlogen breken uit en ondertussen komen de Japanners ook nog wat keet schoppen. Wanneer de Amerikanen de atoombommen laten vallen boven Hiroshima en Nagasaki en de Japanse bezetting eindigt, is het al erg gesteld met het land. Mao komt op de proppen en belooft beterschap, dus de Chinezen helpen hem aan de macht. Met zijn 'grote sprong voorwaarts', het collectiviseren van de boerderijen op het platteland, tekent hij het doodsvonnis van miljoenen Chinezen: naar schatting tussen de 20 en 50 miljoenzijn gestorvenvan de honger.
In de rekken van de supermarkt en op markten vind je nog veel voorbeelden terug van 'wanhoopsvoedsel': dingen waar je nooit aan zou denken ze op te eten, maar in tijden van nood heb je nu eenmaal geen andere keuze. In Cambodja aten ze ook tarantula. Niet omdat ze dit lekker vonden, maar omdat het beter was dan honger lijden. In China zijn sommige 'wanhoopsvoedselwaren' echter uitgegroeid tot echte delicatessen. Het best bekende voorbeeld waarschijnlijk is dat ze hond eten. Blijkbaar zou hondenvlees het ultieme wintervoedsel zijn. Het geeft je een lekker warm gevoel vanbinnen, zeggen ze. Op een markt zien we brokken hondenvlees uitgestald liggen. We weten dat het om hond gaat omdat naast het vlees een kartonnen prent van een Golden Retriever staat, wat waarschijnlijk een van de zachtaardigste viervoeters is die er bestaan. De Chinezen laten het alvast niet aan hun hart komen. Op het platteland lopen de honden rond met een bel rond hun nek. Zo kan hun baasje horen wanneer ze zijn hond proberen te stelen om op te eten.
Buiten de slagerij is ook de bakkerij een leuke afdeling om eens door te lopen. We waren dolenthousiast toen we ontdekten dat ze boterkoeken verkopen. De vreugde was echter van korte duur. Hoe komen ze erbij een zoete boterkoek met vanillepudding en ananas er bovenop, te vullen met een lap gezouten spek? Dit gaat zelfs voor Christophe te ver, en dat wil wat zeggen komende van iemand die zo veel van spekkies houdt als hij. Ze hebben ook nog een soort zoete sandwich die ze vullen met 'vezelvarken', een pluizig hoopje dons dat afkomstig is van een varken (ik wil zelfs niet weten welk deel). Dit is officieel het goorste ding dat ik ooit in mijn mond gestoken heb!
Thuis is de rayon met snoepjes een van mijn favorieten, maar hier iets minder. De bakken liggen vol kleine gekleurde zakjes, die me doen denken aan die zakjes Haribo snoepjes. Alleen zitten er hier geen gummibeertjes in maar puur dierlijk vet (dat ze dan uit het zakje zuigen), vossenvlees, gemarineerde reepjes van een nog niet nader geidentificeerd iets en kippepootjes. Geen boutjes zoals bij ons maar de klauwen. Walgelijk.
Ik weet niet of de wedstrijd van Lays (voor het verzinnen van nieuwe smaken) thuis nog loopt, maar misschien kunnen deze Chinese varieteiten voor inspiratie zorgen: Bacon en zeewier, kreeft met kaas, zoet-zure krab, komkommer of pikante soep. Of wat dacht je van chips met aardappel (!) smaak?
BOEK: Shark's fin and Sichuan Pepper: a sweet and sour memoir of eating in China -Fuschia Dunlop
BOEK: Mao's massamoord - Frank Dikotter
Who rule the world? GIRLS!
HEAVEN MUST BE MISSING AN ANGEL!
Jessi'tje en Johan, een dikke proficiat met jullielieve kleine meisje, en Audrey gefeliciteerd metje zusje (beetje lief zijn he)!
Ik ben ongelofelijk trots meter te mogen zijn van Amy (LOVE the name)!
Geef haar vele zoenen van mij en nonkel Christophe
A better time, a better place
Christophe heeft Leshan intussen benoemd tot 'stad van de eeuwige depressie', dus in een poging hem wat op te beuren reizen we door naar Emeishan. We hopen dat het weer toch iets aangenamer is dan het grijze en mistige weer dat wein Leshankrijgen. Helaas, we kunnen er maar niet ontsnappen en ook de temperatuur blijft zakken (net zoals ons humeur). Ze gooien er zelfs wat regen tegenaan. Het weer doet meeen beetje aan een typische Belgische zomer denken.
De boedhistische berg die we hier willen beklimmen is onzichtbaar en mensen die er zijn geweest vertellen dat het op de top -12 graden is en er een pak sneeuw ligt. De wandelpaden liggen er spekglad bij en daar zijn we echt niet op voorzien. Het toegangsticket is duur; zeker als je aan elke tempel ook nog eens inkom moet betalen. En als je geen tijd hebt om alles te voet te doen, zoals wij, moet je een kabelbaan en een bus nemen waar je ook extra voor betaalt (vuile profiteurs). Als het weer helder is denk ik dat het wel fantastisch is om te doen. De vele tempels en kloosters (waar je kan overnachten) in het beboste berglandschap en het uitzicht vanop de top zijn vast onvergetelijk mooi, maar niet nu. Onderweg zijn er zelfs stroken waar je wordt aangevallen door apen die je dan weg moet slaan met een stok of ze stelen je eten. Dit lijkt Christophe geweldig! Het is altijd al een droom van hem geweest om een heroisch gevecht te voeren met een bende makaken voor een stuk vlees.
Het enige dat we van hieruit nog kunnen doen is een uitstap naar Ya'an om het onderzoekscentrum voor reuzenpandas te bezoeken. We verkiezen deze plek boven de 'Pandabase' in Chengdu omdat de panda's er in een afgesloten natuurpark verblijven (zoals Planckendael) in plaats van in kooien. De omringende natuur zou ook de moeite moeten zijn, met een ravijn en bamboo bossen zover je kan kijken. Niet ver dus. De mist is weer van de partij en zorgt ervoor dat we de hele busrit zelfs de auto's op het baanvak naast ons niet eens zien rijden. Het doet er toch niet zo veel toe. We halen het onderzoekscentrum niet eens. Eenmaal in Ya'an lijkt het ons een goed idee onze busticketten terug naar Emeishan meteen te boeken. Blijkt de laatste bus terug al om 2 uur te zijn. We zijn ondertussen al 12 uur gepasseerd. Het is dus niet meer de moeite nog af te zakkennaar het pandacentrum. Dit is onze beste uitstap tot nog toe: 4 uur op een stinkende bus, 2 uur in het ijskoude busstation om dan terug 4 uur op de bus te spenderen.
Inonze hostel krijg ik een smsje dat lieve mooie Amy geboren is. Christophe heeft die middag onze laatste belwaarde opgebruikt om zijn mama en Monique een bericht voor hun verjaardag te sturen. Ik besterf het bijna! Gelukkig is er weer super-Rutger die zorgt dat ik bijna meteen weer kan sms-en en toch een beetje kan delen in de vreugde thuis (Ik mis jullie allemaal heel hard).
Terug inLeshan, en na het hele visum-bijna-vervallen-en-geen-geld-meer gedoe, gaan we naar de grootste Boedha ter wereld kijken (71 meter hoog), maar dezeis ook weer amper zichtbaar door de mist . Het begint een beetje frustrerend te worden.
Omdat we de panda's in Ya'an hebben moeten mis(t)sen,bezoeken we toch nog de 'Pandabase' in Chengdu. Tot onze opluchting is het geen zoo en kunnen wede panda'sbewonderen in de openlucht (welliswaar van achter een afsluiting, maar ze zitten dan toch niet in kleine kooien). De panda's zijn de Jerie's van het dierenrijk en nog luier dan de koala. Omdat ze voornamelijk bamboo eten, dat erg weinig voedingswaarde heeft, hebben ze de energie niet om zich zelfs maar te verzetten. Om toch de nodige stoffen binnen te krijgen om te overleven, moeten ze gemiddeld 40 kilo van het goedje naar binnen werken per dag. We zien de volwassen panda's dus weinig anders doen dan eten en liggen. De kleintjes zijniets actiever: ze klimmen in de bomen en liggen met elkaar te rollebollen in het gras. Zo schattig en pluizig!
In Chengdu moeten we ook beslissen hoe we nu verder gaan reizen. We zijn zo een 2-talweken langer dan voorzien inYunnan gebleven (hebben we trouwens absoluut geen spijt van) en het hele visum debacle heeft ons nog een extra week gekost. Ook staat Chinees Nieuwjaar er aan te komen en iedereen waarschuwt ons dat het bijna onmogelijk zal worden om trein- of bustickets te bemachtigen. We kunnen ons origineel plan nog wel volgen en doorreizen naar Jiuzhaigou, Huanglong, Songpan, Xiahe en Langmusi maar dan mag er niets meer fout gaan of we moeten de Chinese muur missen. Mensen in onze hostel vertellen ons dat Jiuzhaigou bijna volledig is afgesloten voor de winterperiode en dat de delen die wel nog open zijn gehuld gaan in een dikke laag mist (nee toch) en dat Huanglong volledig opgedroogd is. Ook zou de sneeuw rondom Songpan en Xiahe ervoor zorgen dat de bussen niet regelmatig rijden. We besluiten het risico niet te nemen en reizen meteen door naar Xian. De provincie Sichuan zal voor een andere keer zijn!
Vanaf nu focussen we ons op de essentiele China bezienswaardigheden en de dingen die je enkel in de winter kan beleven zoals het sneeuw-en ijs festival, het Chinese nieuwjaar en het lantaarnfestival. Ooit keren we nog wel eens terug naar het 'Middle kingdom', maar dan in de herfst of lente.
HOSTEL: Sim's cozy garden