Zoveel beestjes om me heen

We verlaten het druilerige Rio de Janeiro (wie kan dat nog zeggen) in de hoop dat het beter weer wordt, zowel voor Christophe's familie die nog een paar dagen ter plekke blijft als voor ons na onze reis naar zo goed als de andere kant van Brazilië. We nemen namelijk vandaag nog eens een vlucht, richting Campo Grande. Een busreis zou namelijk een slordige 20u meer duren voor ongeveer dezelfde prijs en dan is de keuze vlug gemaakt natuurlijk.

Bij aankomst in Campo Grande boeken we direct een busje naar Bonito een 3 uur verderop. Het busje zet ons af aan de hostel ter plekke, waar we nog enkele vrije bedjes vinden. De kerel van de hostel lijkt wel niet te enthousiast, maar toont ons toch op zijn eigen vriendelijke manier de weg naar de basic bedjes. We zijn hier in de hoofdstad van het ecotoerisme vooral voor het riviersnorkelen en een bezoek aan de Buraco das Araras. Aangezien het praktisch onmogelijk is deze zonder georganiseerde tour aan te doen, laten we ons toch weer verleiden er eentje voor deze twee attracties voor de volgende dag te boeken.

We lopen nog het eind tot in de stad om een Toekantelefoontje te plegen en onze magen te gaan vullen in een restaurantje, waar de muren volgeschreven zijn met namen en berichtjes van ecotoeristen en waar Jerie bij gebrek aan Pirranha-soep zich dan maar waagt aan de Jacaré-burger (alligator). Best vergelijkbaar met kip, maar dan iets taaier volgens mij. Voldaan keren we terug naar de hostel, maar de vermoeidheid doet Jerie en mezelf al vlug tot onze kamer terugkeren, terwijl Yirka en Christophe rondom de pooltafel bevriend raken met een Gents koppel waar ze volgens hen veel van zichzelf in terug vinden.

De volgende ochtend is het vroeg opstaan om nog van het heerlijke ontbijtje te kunnen genieten voordat we het tourbusje op moeten op weg naar de eerste bestemming. De gids lijkt ons deze keer wel mee te vallen en vooral zijn enthousiasme over de visjes en het snorkelen doet ons hoopvol uitkijken naar het verdere verloop van de dag. Onze eerste stop is de Buraco das Araras, een grote zinkput temidden de Braziliaanse savanne welke tot een ideale biotoop voor papegaaien en andere diertjes is uitgegroeid. Dit natuurwonder werd bij toeval ontdekt door boeren, die op zoek waren gegaan naar hun vermiste koeien, die in deze zinkput waren gesukkeld. Nu krioelt het er van de wondermooie en veelkleurige diertjes en was het weer tijd om onze spotterskwaliteiten boven te halen.

Deze reis hebben we namelijk de gewoonte om op vrij competitieve wijze zo snel en veel mogelijk dieren te spotten en hoe specialer het dier, hoe meer punten je kan verdienen. In Canada waren we vooral tevergeefs op zoek naar beren, maar we hebben uit noodzaak moeten besluiten dat hun bestaan een mythe moet zijn! Voor de rest waren vooral de puma, pudu (supergrappig en schattig dier, dat zeker een googlesessie waardig is!) anaconda, jaguar, ocelot en consoorten veel punten waard, maar spijtig genoeg waren deze niet bereid om zich aan ons te tonen. Gelukkig genoeg waren er nog verscheidene andere dieren die wat meer behulpzaam waren en dan bleken vooral Christophe of Jerie degenen die hen spotten. Als ikzelf al eens een dier spotte, was het dan ook vaak een vogel, die om de een of andere duistere reden minpunten bleken te zijn, met uitzondering van enkele zoals de kolibrie, papegaai, toekan enz. De vele horden straathonden die alomtegenwoordig blijken te zijn in Zuid-Amerika (buiten in Rio, waar straatkatten blijkbaar de overhand hadden genomen) werden voor alle duidelijkheid in deze competitie buiten beschouwing gehouden.

Onze gids bleek wel al snel ook niet de top-spotter, wanneer Jerie er hem moest op wijzen dat ze Ara's in een boom zag zitten en hij al vlug inpikte op deze ontdekking om te vertellen dat deze vogels steeds als paartjes leven. Spijtig genoeg voor hem had hij gemist dat er wel degelijk 3 exemplaren in de boom zaten, maar kom het is hem vergeven, want ik versta het maar al te goed dat het moeilijk is om toe te geven dat je niet de beste spotter bent en daarnaast was hij ten minste enthousiast en probeerde hij zelfs wat informatie te geven. Daar kan onze droopy toilettonende gids uit Puerto Iguazú nog iets van leren. Eenmaal aangekomen aan de zinkput bleek het al vlug een koud kunstje om paartjes Ara's te spotten en werden we zelfs heel even getrakteerd op een vogelshow wanneer uit het niets tientallen papegaaien hun vliegkunsten lieten tonen. Ook aan de gefabriceerde drinkplek mochten we genieten van de drinkende papegaaien, toekan en een zeldzame eekhoornkoekoek die tevoorschijn kwamen. Bij het zien van al deze dieren in volle vlucht kon je niet anders dan denken dat je alle beestjes liever steeds zo in volle vrijheid zou kunnen gaan aanschouwen en niet in hun kooitjes in de zoo, maar spijtig genoeg is dat reeds ondenkbaar geworden.

Na de zinkput springen we terug in het busje richting de Rio da Prata, waar we gaan genieten van de diertjes in deze bekroonde zilverrivier. Het vaak ondiepe water maakt het snorkelen wel niet heel makkelijk, zeker als je dan nog een wat minder begaafde Française in je groep hebt, die de kunst van het zwemmen nog niet echt onder de knie blijkt te hebben en meer geïnteresseerd is in de kleur van haar snorkel dan in de aanwijzingen van de instructeurs. We proberen het niet te veel aan ons hart te laten komen en genieten ten volle van de prachtige drijftocht in het heldere water tussen de vele vissen en mooie natuur, zowel in als rondom de rivier. We krijgen daarnaast ook een bezoekje van wat aapjes in de bomen aan de oever en zelfs een alligator die ons op veilige afstand in de gaten bliijft houden. Na de waterpret genieten we van de lunch op de ranch, die de snorkeltocht organiseerde en waar we alweer heel wat papegaaien en toekans te zien krijgen.

De volgende dag willen we de bus nemen richting de grensstad Corumbá, van waaruit we een kleine Pantanal-excursie willen ondernemen. We vragen aan onze behulpzame hostelmedewerker hoe we dus best aan het busstation kunnen geraken en na 2 pogingen geeft hij wel een verstaanbare wegbeschrijving en zijn we vertrokken voor een tweetal km met al onze kilo's rugzak. Vervolgens zien hem daar dan doodleuk 10 minuten later opduiken met een leeg busje om nieuwe toeristen op te pikken. Met de reeds vertrouwde vertraging stappen we de bus op en onderweg krijgen we eigenlijk al een ongelooflijk voorproefje van wat dit grootste moerasgebied ter wereld allemaal te bieden heeft. De weg loopt namelijk dwars door de Pantanal en aan beide kanten kunnen we al honderden dieren bewonderen. Alligators, herten, valken, ooievaars, ibissen, capibara's enz. staan allemaal naast de weg te poseren tussen de ook al overweldigende natuurpracht van dit beschermd natuurgebied.

Eigenlijk is alles in Zuid-Amerika toch al iets duurder uitgevallen dan gepland en dus hebben we niet meer de mogelijkheid om in de Pantanal te kunnen kiezen voor een luxetour met alles op en aan, waar we eerst wel op verlekkerd waren. In het busstation zelf is een kleine 'touroperator' die zeer basic en goedkope tours aanbiedt en die ons dan toch kan overtuigen om een 2-daagse tour bij hem te boeken. Het komt eigenlijk ook gewoon het beste uit omdat we dan direct de volgende dag zouden kunnen vertrekken en 3 dagen later direct de juiste trein naar Santa Cruz in Bolivië kunnen nemen en daarvoor van hen dan nog een korting kunnen krijgen (die natuurlijk later geen echte korting bleek). Het enige probleem is dat we geen cash meer op zak hebben om deze tour te betalen en dat wel diende te gebeuren aangezien we de dag erna al zouden vertrekken. Dus moeten we geld afhalen en de dichtste geldautomaat is een serieus eind verder in het centrum. De 'touroperator' zegt dat hij wel een vriend met brommer heeft die me even kan over en weer voeren en zo doende spring ik dan maar achterop richting de bank. Onderweg spookt de gedacht wel in mijn hoofd dat het eigenlijk misschien niet zo heel veilig is om zomaar alleen met een wildvreemde 's avonds in een onbekende stad mee te gaan om in een bank een pak geld te gaan afhalen en erop te vertrouwen dat hij me dan gewoon terug ging brengen, maar het feit dat de rest van ons bij de bevriende 'touroperator' die op zijn geld wachtte bleef, maakt me toch iets hoopvoller op een goeie afloop. Gelukkig wordt ons vertrouwen in deze Brazilianen dan ook beloond en kunnen we na de brommertocht zonder problemen onze tour boeken alvorens we naar de aangeraden hostel vertrekken.

Het blijkt niet direct een tophostel. Het is eerder weer een kennis van iemand die nog wel wat plaats heeft in een huis en daar dan maar wat toeristen laat slapen. De voorzieningen zijn zeer zeer basic en de vochtige warme, donkere kamers met oude meubels zijn ideaal voor lokale huisdiertjes zoals kakkerlakken en dergelijke. Christophe krijgt ongetwijfeld de zwaarste nacht omdat zijn matras zeker ooit in het Guiness book of records heeft gestaan als dunste matras. Tot onze grootste verbazing ontmoeten we beneden een paar Mechelaars, die daar afgezet zijn na hun Pantanal-trip. We gaan er dan ook samen mee gaan eten in een goedkoop lokaal 'restaurant', wat eerder op een cafetaria bij een schoolfeest lijkt, maar die ons wel heerlijke BBQ-vleesje voorschotelen. Het feit dat de hostel niet zo verzorgd bleek en dat de Braziliaanse reisgezel van de Mechelaars er van overtuigd is dat we een slechte tour hebben geboekt, waar we niets gaan zien omdat we niet diep in de 'echte' Pantanal gaan, doet ons een beetje ongerust gaan slapen. Maar wanneer de volgende morgen blijkt dat de chauffeur die ons komt ophalen dezelfde is als bij hun tour, vertrekken we vol goeie moed naar de (rand van de) Pantanal.

De goeie moed wordt meteen wat getemperd wanneer onze chauffeur het eerste uur van de tour spendeert aan vrienden bezoeken, boodschappen doen, materiaal ophalen en verdere voorbereidingen voor de tour maken (welke volgens ons toch meestal voor de start van de tour gedaan worden). Maar kom, we weten dat het een goedkope basic tour zal zijn, dus proberen direct maar wat te genieten van de jeeptocht die ons uiteindelijk dan ook tot in de mooie natuur van de Pantanal brengt. Achterin de laadbak van de 4x4 op een houten plank cruisen we door de Pantanal over smalle houten brugjes, terwijl we weer vele dieren te zien krijgen. We komen daarna aan in een klein dorpje van ongeveer 100 man, genaamd Porto da Manga waar we ook zullen overnachten in een verzorgd vakantiehuis. Al snel blijkt dat het geen drukke tour zal worden, aangezien we na de lunch 2 uur rust krijgen alvorens de volgende activiteit: Piranhavissen. Eenmaal het bootje ons komt ophalen, ontdekken we dat hij ons gewoon naar de andere kant van de rivier voert om daar aan de oever aan het levensgevaarlijke werk te beginnen. Tsja levensgevaarlijk blijkt het toch niet echt, wanneer de gids ons vertelt dat Piranha's een mens nooit aanvallen. Enkel als er echt een voedseltekort is, kan hij soms eens een hapje nemen, maar meestal blijken ze gewoon wat te knabbelen. Het Piranhavissen met vleesje als lokaas lijkt vooral Yirka en Christophe goed te vergaan (het moet ongetwijfeld hun lijfgeur zijn), want Jerie en mezelf halen er elk maar eentje echt uit het water. Gelukkig delen we die avond de vangst en mogen we allemaal genieten van heerlijk gebakken Piranha's, echt een aanrader, alleen misschien wat moeilijk te vinden in de plaatselijke supermarkt.

's Avonds staat er nog een speciale tocht gepland. Enkel de maan zorgt voor wat licht terwijl we met een bootje op de Rio Paraguai, gewapend met camera en zaklamp naar beestjes gaan speuren. Aan de overkant van de rivier bemerken we al snel een familie capibara's, die hun dorst aan het lessen zijn. Iets verderop zien we in de verte net boven het water gele 'lichtjes' verschijnen. Als we dichterbij komen verdwijnen ze meestal, maar soms kunnen we echt dichtbij geraken en dan zien we dat het eigenlijk de ogen van alligators zijn. In korte tijd zien we tientallen oogjes verspreid over de rivier van baby-alligatortjes van amper 30cm groot tot iets oudere versies van minstens 1,5m. Het is een ongelooflijke belevenis om zo dicht bij de alligators te geraken en ze vervolgens stokstijf zien afwachten of wij geen al te groot gevaar vormen. Zo kunnen we natuurlijk mooi foto's maken, tenzij ze het toch niet betrouwen en in een flits onderduiken. Heel prachtig om zien, maar toch denken we ook even aan het feit dat we een paar uur geleden tot onze kniën in dezelfde rivier stonden. Gelukkig waren onze nieuwe vriendjes toen niet zo dicht in de buurt. Allé dat denken we ten minste.

De volgende dag staat er nog een verdere jeeptocht door de Pantanal op het programma, waar we deze keer de vele alligators van dichtbij in het licht bij een poel kunnen bewonderen. Volgens de gids is het ook geen probleem dichtbij te komen, want ze zijn banger van ons dan omgekeerd en velen gaan inderdaad lopen, maar die ene had zijn angst toch precies wat overwonnen en blijft ons gewoon kwaad en sissend aankijken. Die hebben we toch wijselijk wat ruimte gegund. Dat de alligators echt in overvloed aanwezig zijn, merken we ook doordat langs de kant van de weg een paar alligators dood aangereden liggen. Het is weer wat anders als een duif, egel of rat zoals we die in België wel eens tegenkomen. Naast de alligators zijn er ook wel wat koeien, paarden en honden die precies niet begrijpen wat die auto precies op die weg doet en dan maar dom staan te kijken terwijl ze flink in de weg lopen.

Onder begeleiding van een aantal toekans en ander gevogelte zetten we onze weg verder naar een bos ergens in de Pantanal, waar we een begeleide wandeling gaan doen, op zoek naar nog wat andere beestjes. De wandeling blijkt al snel een voedertocht voor de honderden muggen die zonder twijfel naar onze komst hadden uitgekeken. Een goed gemiddelde van 200 beten per man blijkt achteraf het verdict, waar vooral onze gehavende armen en benen een bewijs van zijn. De beestjes zijn echter niet vies van ons even door onze kleren te steken en de in overvloed gebruikte muggenrepellent blijkt hen ook niet echt te deren. Constant in beweging blijven lijkt de beste optie, maar ook dat is niet zonder risico op een extra steek en eenmaal je een mooie onbewogen foto wil nemen, ben je een vogel voor de kat. De aapjes, blauwe ara's, de leguaan of dergelijks en het gordeldier dat we onderweg te zien krijgen waren knap om zien, maar al bij al duurde de wandeling ons iets te lang zonder al te veel actie en variatie van omgeving, wat hier toch mogelijk moet geweest zijn.

Net voor onze lunch worden we opgeschrikt door een hels gegil in de laadbak van onze jeep. Yirka is namelijk een beetje hysterisch doordat ze door iets is gestoken en de pijn is naar het schijnt ongelooflijk. De gidsen zeggen dat het waarschijnlijk een zwarte wesp is geweest en dat er weinig aan te doen is buiten de pijn te verbijten. Onze tweedaagse wordt afgesloten met een lunch in een plaatselijk jeugdverenigingskamp of dergelijks, waarna we in the middle of nowhere langs de kant van de weg worden gedropt, waar binnen de 2 uur een bus terug naar Corumbá zou moeten passeren. Het was heel duidelijk dat het een low budget tour was, maar al bij al zijn we tevreden over onze ervaringen met de Pantanal en kunnen we een bezoek ten sterkste aanraden. In Corumbá overnachten we bij gebrek aan beter weten en zin om verder te gaan verkennen in dezelfde 'hostel'. Morgen volgt namelijk de trip naar een nieuw land op onze trip, Bolivië.

Reacties

{{ reactie.poster_name }}

Reageer

Laat een reactie achter!

De volgende fout is opgetreden
  • {{ error }}
{{ reactieForm.errorMessage }}
Je reactie is opgeslagen!