Huat's in a name?
We staan in de startblokken in het treinstation van Haerbin voor wat waarschijnlijk de zwaarste etappe tot nu toe zal worden. Het Nieuwjaarsfestival loopt op zijn einde en alle Chinezen keren massaal terug huiswaarts met het openbaar vervoer. Dus we zijn dolgelukkig dat we nog 2 zitjes heben kunnen bemachtigen naar Hangzou, een treinrit van ongeveer 35 uur, ook al zijn het dan maar harde ijzeren stoelen. We hebben horrorverhalen gehoord van mensen die 16 uur hebben rechtgestaan op de trein omdat ze geen zitplaatsen meer hadden. Ze noemen het ‘the China experience’. Sommige mensen zijn echt niet goed bij hun hoofd!
Om dit scenario kost wat kost te vermijden zijn we een uur op voorhand naar hier gekomen om de drukte voor te zijn. Verkeerd gedacht. Wanneer we de wachtzaal binnenkomen staat er al een rij van 50 meter aan onze gate. We pakken het slim aan en nemen de gang ernaast waar nog geen volk staat. Helemaal vooraan drummen we ons als 2 volleerde Chinezen ongegeneerd in de rij. We krijgen een paar boze blikken. Maar wat wil je dan? We hebben het geleerd van meesters. Onmiddellijk na de mededeling dat de trein over enkele minuten zal aankomen, krijgt iedereen een strijdblik in zijn ogen alsof er elk moment een oorlog kan uitbarsten. De handvaten van de valliezen worden uit de schede gehaald, kleine kinderen worden vastgesjord op de rug. Het is menens nu!
Yirka is nog vlug de Chinese tekens op het ticket aan het vergelijken met die in de Lonely planet omdat ze het eigenaardig vindt dat er geen stoelnummers vermeld staan op onze kaartjes. Tot onze verbijstering komen we tot de ontdekking dat we in plaats van zitjes staanplaatsen hebben gekregen! De vrouw achter het loket kwam nochtans van haar stoel en wees ernaar toen we de tickets hebben gekocht. Waarschijnlijk wou ze zeggen: zie je dit? Hier gaan jullie 35 uur NIET op zitten (grapjas, in een vorig leven een stand-up comedian geweest zeker). Ik moet toegeven dat is wel even slikken. Maar we blijven toch positief denken; Wie weet is de trein niet volzet en zijn er nog plekken vrij.
De poorten worden geopend en er klinken nog net geen strijdkreten. 3-2-1-ten aanval! Iedereen probeert zich een weg naar voor te banen, mensen worden opzij geduwd, wieletjes van trolley’s vliegen ons rond de oren in de spurt naar het perron. We springen als een van de eersten in onze wagon, gooien onze rugzakken op het bagagerek en gaan zitten alsof er niets aan de hand is. Het duurt niet lang vooraleer we worden weggestuurd. Aan de overkant vergaat het ons hetzelfde en begint de harde realiteit door te dringen: geen plek! Dit gaat een verdomd lange treinrit worden. Ondertussen blijft het volk toestromen in onze wagon. Overal zijn mensen aan het discussieren met hun ticket in de hand over van wie de stoel nu eigenlijk is. Anderen zijn op zoek naar ruimte om hun bagage kwijt te geraken (die er niet meer is) En dat allemaal terwijl er van beide kanten nog steeds passagiers de wagon binnenkomen. Complete chaos.
Het is onbegrijpelijk wat ze allemaal met zich meezeulen: draagtassen zo breed als het gangpad, reuzachtige kartonnen dozen met een zelfgemaakt handvat uit plakband, enorme jute zakken waar een volledig zwijn in past (en dat zit er waarschijnlijk ook in). Maar vooral eten, massa’s eten! De meesten hebben zo’n grote voedselvoorraad bij dat het lijkt alsof ze 3 weken met de trein reizen. Wanneer de deuren sluiten staat de trein zo stampvol dat een veetrein er uitziet als een 5-sterrenhotel. Mijn mond valt open van verbazing als er even later een of andere idioot nog een kar met eten door het gangpad begint te duwen. Dit is gewoonweg absurd!
Yirka staat ergens in een hoekje te vechten voor elke centimeter die ze kan krijgen. Ik sta pal voor het kraantje waar je heet water kan nemen en in een Chinese trein is dat waar alles om draait, het centrum van het mierennest. Al snel worden de potten noodles en thermoskannen bovengehaald en komt de hele trein mijn richting uit. Het duwen en trekken kan weer beginnen. Maar ik weiger mijn plaatsje af te staan. Ik sta als in trance te kijken naar het hele gebeuren. Ik ben de rust zelf. Ik ben volledig zen. Verdomme, als die kerel in zijn rode trui nu nog een keer aan het kraantje komt om te voelen of de temperatuur hem wel aanstaat, stamp ik hem er met zijn kop onder en krijgt hij een draai rond zijn oren!
Reacties
Reageer
Laat een reactie achter!
- {{ error }}