Four to tango

"Geen plaats meer". Dat krijgen we te horen in alle hostels waar we eventueel zouden willen verblijven. Dit is zo frustrerend te horen om 4 uur in de ochtend terwijl we rond lopen te dwalen in een vuile stad met alleen maar zatte jongeren rondom ons die in hun beste Engels interessant proberen te doen. Het is dan ook een opluchting wanneer er een vriendelijke jongen, die de nachtshift heeft in een hostel, ons binnenlaat en zegt dat we daar mogen wachten tot ze de reservaties van die dag binnenkrijgen en ons met zekerheid kunnen zeggen of er plaats is of niet. En jawel hoor, we hebben geluk. Om 10 uur krijgen we te horen dat we mogen blijven.

Het is zondag en nadat we ons verfrist hebben, besluiten we om naar de zondagsmarkt te trekken. Hier is het een drukte van jewelste. De vrouwen kijken naar de kleurrijke kraampjes vol prullen, terwijl de mannen met veel smaak hun 'choripan' opeten. Gezelligheid alom dus. Aangezien de honger nooit te stillen is bij Rutger en Christophe gaan we 's avonds nog een hapje eten in een restaurant, terwijl we genieten van de tangoshow die er wordt opgevoerd. Na het eten wandelen we voorbij een pitoresk pleintje waar nog meer mensen een tangootje aan het placeren zijn. Toch is dit niet hetgene dat onze aandacht trekt. Nog geen 20 meter verderop worden we aangetrokken door de drums en trommels van een tiental jongeren die opzwepende muziek staan te spelen. De beat zorgt ervoor dat iedereen zich volledig laat gaan. Ik heb niet meer nodig dan dit en al snel begin ik ook mee te dansen. Het is geweldig! En opeens lijkt Buenos Aires niet meer de vuile, grijze stad die ik deze ochtend zag, maar een levendige, kleurrijke, multiculturele stad. Dit is een superstart van mijn verjaardag.

Omdat we Buenos Aires beter willen leren kennen (en op budget reizen), beslissen we om mee te gaan met de gratis wandeltour die onze hostel aanbiedt. De gids, alias Mayomi, neemt ons mee naar het kerkhof waar Evita Perron begraven ligt. Maar aangezien ik vandaag een jaartje ouder word, kan een kerkhof mij niet echt bekoren en keren we snel terug naar onze gids die een ijsje zit te eten op een terras. Eerlijk gezegd, Mayomi is de slechtste gids ooit omdat ze werkelijk niets weet te vertellen over Buenos Aires. Maar haar uitstraling en het feit dat ze altijd uitbundig en goedgeluimd is, maakt alles goed. Zelfs Christophe heeft deze keer geen commentaar, maar dit kan wel zijn omdat Mayomi zijn type is (ook al ontkent hij dit). Na ons ijsje neemt ze ons nog mee naar een kunstwerk van een reusachtige bloem die normaal zou moeten sluiten als het donker wordt. Jammer genoeg is ze vast gefabriceerd door Zuid-Amerikanen en is dus al sinds jaar en dag kapot. Van hieruit stuurt Mayomi ons in de juiste richting naar de winkelstraten en wijst ons nog enkele speciale restaurantjes aan waar we eventueel kunnen gaan eten, aangezien het mijn B-day is. Toch, veel verder dan de winkelbuurt geraken we niet en zodra mijn winkeltasjes voldoende gevuld zijn, keren we terug naar de hostel. Om mijn verjaardag niet zomaar te laten voorbijgaan, gaan we na het avondeten nog iets drinken in de Puerta Roja vlakbij de hostel. Wanneer ik genoeg heb van de Fernet Cola (een lokaal degustief) kruip ik voldaan en ook wel een beetje zat in mijn stapelbed en even moet ik toch wel aan thuis denken. Maar om mijn verjaardag hier te mogen vieren is toch ook wel wat.

De volgende morgen sta ik op met barstende hoofdpijn en we besluiten het deze dag rustig te houden. We gaan eerst naar een prachtige boekenwinkel die plaats heeft gekregen in een voormalig theater. Daarna trekken we naar de rozentuin in het park. Zeker de moeite om te zien, alleen jammer van de Argentijnse vrouwen in uniform die er rondlopen. Alle Argentijnse vrouwen in tenue lijken wel op een powertrip en willen zich dan ook laten gelden. Dit hebben we al eens in levende lijve mogen ondervinden toen we kwamen vast te zitten in Puerto Natales. Deze pitbulls moeten de grasperkjes, rozen en fonteinen beschermen tegen boosaardige toeristen en telkens er een te dichtbijkomt, weerklinkt er een hels fluitsignaal gevolgd door kwaad gebrul. Het is zo erg dat ze je na 1 overtreding blijven achtervolgen om te zien dat je het zeker niet opnieuw riskeert. Na ons bezoek aan de rozentuin vinden we dat we genoeg hebben gedaan voor vandaag en keren op het gemakje terug om een rustige avond tegemoet te gaan.

Omdat Christophe Mayomi al begint te missen, gaan we vandaag weer mee met de andere gratis uitstap naar Boca. Dit is de toeristische trekpleister van Buenos Aires en ik verwacht er dus enorm veel van. Uiteindelijk is Boca hetgeen je in de brochures ziet; kleurrijke huisjes, kraampjes met prullen, tangodansers en een paar mensen verkleed als de vroegere Argentijnse trots, Diego Maradonna. Ook hier had Mayomi weer niet veel te vertellen. Ze wist wel te zeggen waar je moet zijn om de lekkerste choripan van Buenos Aires te eten (weeral een pluspunt bij Christophe). Na Boca trekken we richting Chinatown naar een restaurant dat Mayomi ons had aangeraden voor mijn verjaardag. Omdat Lotus pas om 20 uur zijn deuren opent, snuffelen we eerst nog wat rond in de typische Chinese supermarkten. Altijd grappig om hanenpoten en andere vieze Chinese delicatessen te aanschouwen in een supermarkt. Om 20 uur stipt staan we voor Lotus om te zien dat het daarbinnen nog steeds donker is. Na een kwartier wachten beslist Christophe om zijn hoofd eens binnen te steken, waar ze hem weten te vertellen dat ze pas om half 9 opengaan. Dit is typisch Zuid-Amerikaans en we zijn dit intussen al gewend. Enkele minuten na half 9 worden we uiteindelijk binnengelaten. Gelukkig is het decor er sprookjesachtig mooi, want het eten op zich is niet veel soeps en aan de dure kant. Maar toch, het decor is net Alice in Wonderland.

Helaas, onze laatste dag in Buenos Aires. We proberen een andere plek die Mayomi ons had aanbevolen om te lunchen. Het is een gezellig restaurantje met een prachtige patio en het eten is hier wel enorm lekker. Misschien een tip voor de liefhebbers onder ons: het restaurant heet Malvon en ligt in Palermo. Hierna gaan we terug naar het centrum op zoek naar een kapper om de jongens eens een opknapbeurt te geven. Uiteindelijk belanden we in een of ander ouderwets kapsalon en mijn hart begint toch wat sneller te slaan wanneer de kapster haar tondeuse bovenhaalt en Christophe een scheerbeurt begint te geven. Er valt steeds meer haar op de grond en het lijkt er zelfs op dat ze toch ongeveer verstaan heeft wat Christophe wou. Ik geef toe, het had veel slechter gekund. Dan is Rutger aan de beurt. Omdat het nogal moeilijk is om elkaar juist te verstaan, wil ik Rutger gewoon vragen om voor hetzelfde kapsel als Christophe te gaan. Maar nog voordat hij zijn mond kan opendoen, scheert ze Rutger zijn haar weg van links naar rechts. Ik word lijkbleek en begrijp niet goed wat ze van plan is. En dan haalt ze opeens haar schaar boven en knipt ze zijn haar in een leuk model, net als thuis. Omdat ze het wel OK doet, laat ik mijn haar ook knippen. Niet veel anders, gewoon mijn pony en de puntjes. Hierna nog een rustig avondje in het hotel. Ja, Rutger en ik zijn ondertussen naar een hotel verhuisd om onze honeymoon te vieren om de dag erna Buenos Aires te verlaten en naar Uruguay te varen.    

Road rash

Een goeie 400km van de verlossende grensovergang worden we net voor aankomst in El Calafate getrakteerd op een adembenemende zonsondergang met ongelooflijke kleurschakeringen boven de Andesbergen. In de hostel kunnen we dan weer direct genieten van een heerlijk deugddoende nachtrust en een dag later dan gepland krijgen we uiteindelijk ook de pracht van de Perito Moreno gletsjer te zien. Het is een van de meest actieve gletsjers ter wereld, die trouwens een van de weinigen is die nog steeds aangroeit in omvang. Wetend dat hij een snelheid van 2m per dag haalt, maar zo goed als op dezelfde locatie blijft liggen, is het begrijpelijk enkel een kwestie van tijd tot je een stuk gletsjerijs ziet afscheuren en in het Lago Argentino ziet verdwijnen. Uren staan we in de aanslag met de camera om dit dan ook zo goed mogelijk vast te proberen leggen. De ijsbrug, die tussen de gletsjer en de oever van het meer gevormd werd door de onderliggende stroming, was jammer genoeg net ingestort terwijl wij nog serieus wat noordelijker in Mendoza zaten, maar het aanschouwen van alle gletsjeractiviteit en het bijbehorende gekraak hield ons zeker ook een tijdje zoet.

We besluiten een tweede nacht in El Calafate te blijven omdat de nachtrust zo zalig was en vertrekken de volgende dag naar de volgende natuurwonders in El Chaltén. Daar aangekomen raadt iemand van de hostel ons aan om de wandeltocht naar Laguna Torre en Glaciar Grande te ondernemen. Een zeer mooie, doch ook zeer vermoeiende wandeling van 5 uur is het gevolg, maar tijd of fut voor een wandeling naar Monte Fitz Roy hebben we daardoor spijtig genoeg niet meer. Gelukkig hadden we onderweg deze tegenhanger van de Chileense Torres al mooi op foto kunnen vastleggen. We trachten hier een tweede maal het fameuze vleesje al palo geserveerd te krijgen, maar moeten genoegen nemen met een typische Argentijnse maaltijd: niets anders dan vlees en gebakken aardappelen. We beginnen de vertrouwde variaties die we in België gewoon zijn toch ook al flink te missen.

De lange afstand die de volgende dag nog af te leggen valt, belet ons niet voor vertrek even te gaan genieten van de plaatselijke waterval genaamd Chorrillo del Salto. Aangezien we door het debacle aan de grens een dag verloren zijn, waren we min of meer genoodzaakt de volledige Ruta 40 op de terugweg noordwaarts te ondernemen. Omdat de onverharde wegen nabij Puerto Natales ook best goed bereidbaar bleken, hopen we dat ons Swiftje het wel zal aankunnen. Schrepend over de gravelweg proberen we die dag zo ver mogelijk te geraken, maar het valt eigenlijk meer tegen dan verwacht. Het had misschien nog niet zo erg geweest, hadden we de oorspronkelijke ongeasfalteerde weg kunnen volgen, maar omdat ze een goeie 1000km aan het voorbereiden zijn om te asfalteren, moeten we ons heel vaak begeven op een alternatief aangelegd wegje dat op zijn minst swiftonwaardig mag genoemd worden. Alle oehs en aahs die we uiten telkens een onvermijdelijke steen tegen de onderkant van ons autootje knalt, beginnen ook in te werken op het humeur van 'rallypiloot' Yirka. Het is dan ook kiezen tussen de pest en de cholera. Ofwel rijden we in de sporen die vorige reizigers met hun trucks, bussen, 4x4's en dergelijks hebben gevormd en waarbij de bodemplaat constant al dan niet licht contact maakt met de grond. Of we sturen de wielen op de opgehoopte gravelstenen, die de hierboven vernoemde voertuigen ook hebben achtergelaten en katapulteren zo nog meer losliggende stenen omhoog. Bij deze tweede optie heb je tevens nog amper grip en moest er iets foutlopen, sta je hoogst waarschijnlijk meteen dwars of ervaar je nog zelfs riskantere gebeurtenissen. Er duiken dan ook nog meer dan eens diepe putten op, die we met de overladen auto best kunnen ontwijken en we moeten ook altijd opletten voor overstekende schapen of andere in overvloed aanwezige beestjes, die we op deze wegen voorrang moeten verlenen.

Met de juiste wagen zou dit een ultieme road trip kunnen wezen, maar voor ons had het een stuk beter geweest als de wegenwerken al afgerond waren. Naar het schijnt zou de Chileense versie (Carretera Austral) nog mooier landschap moeten aandoen, maar zich zelfs nog in slechtere staat bevinden, waarbij je dus zeker over een 4x4 moet beschikken. Men had ons trouwens ook verteld dat die weg voor ons geen optie kon zijn omdat hij ofwel afgesloten zou worden of de aanliggende dorpjes niet voorzien zouden worden van brandstof wegens stakingen.

Aangezien ons kleine tankje het risico op stranden in the middle of nowhere diep in Argentijns Patagonië nogal groot maakt, moeten we dan ook nog eens 120km omrijden om een godvergeten dorpje aan te doen om bij te tanken. We schieten dus amper op en zijn maar al te blij dat er al af en toe een afgewerkte strook asfalt opduikt. We geraken dan ook maar net tot in het gevreesde dorpje Perito Moreno, maar laten deze keer wijselijk de cabañas van de plaatselijke camping links liggen voor een eigenlijk niet zo veel betere versie voor bijna dubbele prijs.

De dag erop moeten we in Bariloche zien te geraken omdat we anders de deadline van inlevering van de auto nooit kunnen halen. Eenmaal het laatste onverharde stuk gepasseerd prijzen we onszelf gelukkig dat we het zonder al te veel kleerscheuren hebben overleefd, enkel het brandend waarschuwingslichtje van de ABS maakt ons enige zorgen. Na goed doorrijden komen we aan in Bariloche, wat op het eerste zicht een vrij gezellig stadje lijkt, maar waar we echter niet verder van kunnen genieten dan onze zeer gesmaakte hostel. Een korte, maar zalige nachtrust later vertrekken we terug richting Puerto Montt en al vlug merken we dat de deadline zeer moeilijk haalbaar zal zijn, omdat we de af te leggen afstand erheen toch iets hadden onderschat. Aan de grensovergang willen ze dan ook nog eens dat we al onze rugzakken uitladen, maar gelukkig houdt het oponthoud daarbij op.

We komen wel ongeveer een uur later dan toegelaten aan bij de verhuurlocatie. Volgens Zuid-Amerikaanse normen dus ruim op tijd. Aangezien er een auto voor de ingang van de parking is geparkeerd, willen we 10m verderop even op straat parkeren om te vragen of ze die wagen kunnen verzetten zodat wij de parking opkunnen. Dat is het moment waarop die ene kerel wakkerschiet en zijn kans ziet om zijn job alle eer aan te doen. Deze job mag zonder twijfel meteen genomineerd worden in de categorie meest nutteloze en belachelijke job ter wereld, want hij staat namelijk in voor het 'helpen' van mensen bij parkeren op straat. Hij toont hen dus met andere woorden de overduidelijke lege parkeerplaatsen aan en zegt vervolgens hoe ze er in kunnen rijden of andersom naar welke kant je het stuur moet draaien om terug te vertrekken en of de straat vrij van verkeer is op dat moment. Volgens mij doen wij dit in België en omstreken al jaren zonder deze ultra-professionele assitentie, maar ik begin mij al sterk af te vragen of het leven op aarde verder zal kunnen evolueren zonder hen. We leggen hem dan ook uit dat we op de parking van de verhuurmaatschappij moeten zijn en dat we dus maar even daar willen staan om te vragen om de oprit vrij te maken. Allemaal goed en wel tot we een minuutje later weer willen vertrekken en hij ons een volledig uur parkeergeld op straat aanrekent.

Met deze omweg raken we dus uiteindelijk toch op de parking en houden onze adem al in voor de nakeuring van ons Suzuki Swiftje. Gelukkig had hij op voorhand al gerust wat blutsen en builen, maar er zijn er zeker wel een aantal bijgekomen en ook het ABS-lichtje zou wel eens voor een onvoldoende op onze test kunnen zorgen. Wanneer we te horen krijgen dat we met vlag en wimpel geslaagd zijn, rest ons enkel nog te klagen over het verknoeide papierwerk en de verloren tijd bij de grensovergang in Zuid-Patagonië. Omdat we het autootje toch ook veel hadden aangedaan, konden we ons gerust vinden in de compensatie van 1 gratis dag huur. Na de hele road trip ervaring heb ik trouwens gezworen nooit meer te lachen met een Suzuki Swift, want dat beestje heeft gezien de omstandigheden voortreffelijk werk geleverd!

Dan maar op naar het busstation om voor een zoveelste, maar ook laatste keer, een bus naar Santiago te nemen, van waaruit we de bus naar onze volgende bestemming zullen nemen: Buenos Aires.

You shall not pass!

Na het bezoek aan het verbazende Cueva de las Manos en het ongeplaveid bergachtig wegje dat er naartoe leidde, maken we ons zorgen over de verder te kiezen route. Niemand kan ons trouwens ook exact zeggen in welke staat de Ruta 40 verderop is en welke delen al dan niet reeds geasfalteerd zijn. Uit vrees voor de gezondheid van ons wagentje, waarvan de bodemplaat door de gravelstenen ondertussen al meer bewerkt is dan het gezicht van Michael Jackson ooit was, besluiten we de veel langere, maar geruststellende geasfalteerde weg langs de oostkust van Argentinië verder zuidwaarts te nemen. Verder dan Puerto San Julian raken we die dag niet meer. Een kuststadje dat vast wel wat plaatselijke strandgangers zal trekken, maar met een op het strand tentoongestelde nagebouwde 'piratenboot' als topatractie ons niet echt kan overtuigen om hier ooit terug te keren. Sterker nog, voor onze piratenbootvrezende Jerie kunnen we er niet snel genoeg terug vertrekken en natuurlijk heeft ze gelijk als ze zegt: 'Die boot hoort daar niet!'

Het asfalt brengt ons veilig en zonder extra blutsen tot de Argentijns-Chileense grenspost nabij El Turbio. Enkel de nogal klein uitgevallen tank van onze Suzuki SuperSwift dreigde daar nog even een stokje voor te steken. Het is raar om te beseffen dat het nog geen maand geleden is dat we op het noordelijkste punt van onze reis hebben verbleven in Jasper, Canada en ons nu dus meer zuidelijker dan ooit bevinden. Een tiental kilometer voorbij de grens kost het ons in Puerto Natales deze keer maar 3 hostelbezoeken alvorens een paar vrije bedden te vinden, dus hebben we die avond de eer om de plaatselijke aanrader van Patagonisch lam te mogen proeven. De teleurstelling dat we geen cordero al palo (opgespiest lam) meer kunnen bestellen, wordt al snel tenietgedaan door de heerlijkheid van het gebarbecued lammetje dat we in de plaats voorgeschoteld krijgen. Er simpelweg over schrijven doet me al terug watertanden. Doe daar dan nog een heerlijk Chileens wijntje bij om te begrijpen dat het een geslaagd avondje was.

Het verblijf in Puerto Natales heeft natuurlijk als hoofdreden een bezoek aan het Torres del Paine National Park, dus de volgende dag wordt de tocht al snel daarheen ingezet. Net buiten Puerto Natales zien we een liftster staan. Aangezien we nu eens niet volgeladen zijn en we natuurlijk gewoonweg vriendelijke mensen zijn, stoppen we om haar een lift tot het park aan te bieden. We hopen ook dat deze daad van barmhartigheid ons eindelijk wat betere karma kan gaan opleveren, want ons geluk zou toch ook eens best mogen gaan keren. Het blijkt een Chileens meisje te zijn dat haar land verder wil ontdekken. Ons gebrekkig Spaans leidt niet echt tot een uitvoerig gesprek. Verder dan: 'Kijk een klein schattig paardje ... lindo caballito hihihihihi!' komt het ook amper. Een diepgaand gesprek had sowieso moeilijk geweest door het ongelooflijke zicht dat we alweer voorgeschoteld krijgen. De weergoden zijn ons goed gezind en dwingen ons meermaals te stoppen om mooie plaatjes te maken van het landschap en zijn opvallende bergtorens. Aan de ingang van het park nemen we afscheid van onze liftster tot grote vreugde van die twee oudjes op de achterbank aangezien zij blijkbaar volgens hen niet de meest aangename geur meedroeg.

In het park kan je gerust een paar dagen op verkenning en ontdekking gaan, maar omdat wij maar 1 dag hebben, moeten we onze verkenning beperken tot het bezoek aan Salto Grande, een paar wonderbaarlijke uitkijkpunten om het natuurschoon te kunnen aanschouwen en een zicht van ver weg op de gletsjer Grey. De koude en harde wind zou uren- of dagenlange trektochten ook zeer onaangenaam gemaakt hebben en we zijn dus best tevreden met het moois dat we op deze manier te zien krijgen. De vele guanacos en nandus die de weg oversteken doen ons ook steeds minder opkijken omdat het ondertussen bijna de normaalste zaak is geworden, maar het is alles behalve dat.

Die avond kan de gezonde, vegetarische maaltijd in het speciaal door Yirka uitgekozen gezellig restaurantje bijna tippen aan het Patagonisch lam. Behalve voor Christophe, waarbij de vegetarische moussaka reeds een verdrongen herrinnering is geworden. Vervolgens duiken we al snel vermoeid in bed en lang duurt het niet alvorens we in dromenland vertoeven. Wisten wij veel dat het nog een bewogen nachtje zou worden, want een korte tijd daarna worden we alweer gewekt. Een koppel, dat in de kamer naast Jerie en mezelf is komen plaatsnemen, denkt dat ze alleen zijn in de wereld en al snel vallen we uit dromenland tot op het niveau dat we hun Spaans gedubte film bijna kunnen meevolgen. De zware basstem van de kerel en het schel gegiechel van zijn wederhelft geeft ons dan ook direct de indruk dat ze vast een ongelooflijk `interessante´ conversatie hebben. Een geïrriteerde Jerie besluit dan maar naar haar mp3-speler te luisteren om zo terug de slaap te kunnen vatten. Jammer voor haar mist ze op die manier de geweldige samenzang met hun favoriete nummers van onze 2 nieuwste lievelingsburen. Een uurtje later ben ik net te laat om bisnummers aan te vragen, want ineens hoor ik een deur dichtslaan en een ongelooflijk irritante stilte zorgt ervoor dat ik terug in slaap val. Een aantal uur en vast een heel gezellig uitje later worden we echter opnieuw getrakteerd op Spaans televisie- en ander geleuter met als gevolg dat we door onze ´neighbours from hell' voor de rest van de nacht geen oog meer hebben moeten dichtdoen.

De dag erna willen we eigenlijk gewoon niet opstaan, maar we moeten wel, want er wacht ons nog een drukke reisdag richting El Calafate, waar we die dag nog de Perito Moreno gletsjer wilen gaan aanschouwen. Niets is minder waar. Na de Chileense grensovergang gepasseerd te hebben, staan we klaar om een tweede maal met de huurwagen Argentinië in te gaan. Alles was geregeld tot een powertrippende Argentijnse douanierster in uniform besluit dat de correctie voor de autopapieren, die we bij de eerste grensovergang hadden gekregen, nu niet meer volstaan. De auto mag dus deze maal Argentinië niet binnen en er is geen bereidbare weg in Chili om ons terug te brengen tot de plaats waar we de auto in dienen te leveren. De vraag of we niet kunnen bellen naar de verhuurmaatschappij om het nodige te regelen is blijkbaar al helemaal verkeerd en GSM-bereikis ter plekke ook helemaal onbestaande. Er zit dus niets anders op dan onze paspoorten, die nog geen 10 minuten geleden een ingangsstempel tot Argentinië hadden gekregen, terug te geven om nog een stel uitgangsstempels aan toe te kunnen voegen. We vragen in het Chileens douanekantoor of ze ons daar niet kunnen verder helpen, maar krijgen enkel een setje ingangsstempels tot Chili en dus een retourtje naar Puerto Natales.

Een eind verderop hebben we terug bereik met de GSM, maar blijken de meegegeven nummers van het verhuurbedrijf niet te kloppen, want we slagen er niet in iemand aan de lijn te krijgen. Moe en moedeloos gaan we dan maar op zoek naar een internetcafé, dat volgens de Lonely Planet in overvloed aanwezig moet zijn in Puerto Natales. Volgens onze eigen ogen blijkt dit echter onbestaand. Een hotel/restaurant met wi-fi is onze laatste hoop om het een en ander geregeld te proberen krijgen, maar reeds op dat moment kunnen we al gerust zeggen dat het de rotste dag van de reis tot dusver is. Karma is toch oh zo fijn.

Wat opzoekwerk op het internet vertelt ons dat onze huurlocatie die zondag gesloten is, maar een kantoor in dezelfde stad is wel geopend. Na het uitproberen van verschillende combinaties van zonenummers en telefoonnummers slagen we er eindelijk in iemand aan de lijn te krijgen. Hij verstaat amper Engels en vraagt ons een mail te sturen waar het probleem in uitgelegd is. We sturen hem dat we in Puerto Montt de papieren hebben gekregen voor een bruine Mercedes Benz met nummerplaat CTKW33 in plaats van deze voor onze grijze Suzuki Swift met nummerplaat CTKV33 en dat de Argentijnse grenscontrole deze keer in El Turbio de correctie niet wil aanvaarden om ons terug door Argentinië te laten rijden. Tien minuten later bellen we nog even terug om te bevestigen of hij de mail heeft ontvangen en krijgen we te horen dat ze er mee bezig zijn en zullen proberen zo snel mogelijk de juiste papieren op te sturen.

De enige andere optie is om onze kans te wagen aan een andere kleinere grenspost een 100km via onverharde wegen noordelijker. We besluiten de verhuurmaatschappij nog 2 uur te gunnen om ons trachten te helpen omdat we anders ook heel laat in El Calafate zouden aankomen. Het moment van de waarheid checken we onze mail nogmaals, maar dan blijkt dat we toch ons eigen geluk zullen moeten beproeven.

Aan deze kleine Chileense grenspost zien ze de wanhoop in onze ogen en doen ze hun uiterste best om voor ons een uittreksel van de juiste papieren te produceren. Na een kwartiertje vingergekruis komen ze met het verlossend bericht dat het gelukt zou moeten zijn. Een derde lading Chileense stempels en even verderop zonder problemen de Argentijnse grenspost binnenspringen, was zonder meer de opluchting van de dag. Duizend maal dank, mensen van de grenspost in Cerro Castillo!!!

Southern comfort

Na de Chileense grenspost en de ellende met het papierwerk neemt Yirka het stuur voor haar rekening. Het is een afdaling met veel scherpe bochten die elkaar snel opvolgen en dat is een kolfje naar de hand van de rallyrijder in Yirka. Als een echte racepiloot duikt ze naar beneden en af en toe kan je de arme bandjes onder de Suzuki Super Swift bijna horen piepen. Ik ben het intussen gewend geraakt en ze heeft al veel ervaring opgedaan op zulke wegen in Australie en Nieuw-Zeeland (en toegegeven, ze is er zelfs vrij goed in). Onze nieuwe/groene medereizigers daarentegen zijn iets minder gerust op een goede afloop. Het is opvallend stil op de achterbank en zo nu en dan zie je de kleur van hun gezichten wegtrekken. Zolang er maar geen kotszakjes aan te pas komen is voor mij alles goed, maar toch probeer ik Yirka Swift wat in te tomen. Na 20 minuten op de achtbaan te hebben gezeten, hebben we de Argentijnse grenspost nog steeds niet bereikt en rijst er twijfel of we onze stempel voor Argentinie niet aan het eerste kantoor hadden moeten krijgen. Ik ben er zeker van dat je niet zo eenvoudig illegaal hun land binnenkomt, dus rijden we gewoon verder. Even later halen we opgelucht adem wanneer we het douanekantoor zien verschijnen en zonder verdere problemen mogen doorrijden in onze 'bruine Mercedes'.

Van hieruit zijn het nog 300 km naar onze eindbestemming voor vandaag, El Bolson. Onderweg passeren we enkele gezellig-uitziende dorpjes geflankeerd door magnifieke bergtoppen en reusachtige meren die liggen te schitteren in de namiddagzon. Bij sommige uitkijkpunten kunnen we het gewoon niet laten om even te stoppen en foto's te nemen. Het is al donker wanneer we in het hippiedorpje El Bolson arriveren. We hebben een beetje problemen om een hostel te vinden omdat de mensen hier blijkbaar te tam zijn om borden met straatnamen te plaatsen. Uiteindelijk vinden we hostel Joy, dat er wel ok uitziet. We dumpen onze rugzakken in de kamer en gaan snel iets eten. We werken de maaltijd vlotjes binnen met een zelfgebrouwen flowerpower-biertje. Daarna willen we zo vlug mogelijk gaan slapen want morgen hebben we weer een lange weg te gaan.

In de gang staat een stroomgenerator ofzo te ronken en we lachen nog dat dit echt wel de hippie-manier is om een hostel uit te baten. Onze woorden zijn nog niet koud of het geluid valt weg, maar wordt vervangen door een veel helser lawaai. Het klinkt alsof er een Boeing 747, die opvallend veel naar brood ruikt, staat warm te draaien naast onze deur. We houden de moed erin, roepen slaapwel naar elkaar en proberen toch wat te slapen. Wanneer ze ook nog palletten over de grond beginnen slepen, naar elkaar roepen en zingen, is voor mij de maat wel vol. Ik schiet mij naar de eigenaar en maak hem in mijn beste pissed-off Spaans gemengd met Engels duidelijk dat ik deze herrie echt niet normaal vind. Hij kijkt me dwaas aan en vraagt me over welke herrie ik het heb. Misschien dat Woodstock-festival dat naast ons aan de gang is. 'Oh, dat is de bakkerij en ik vind dat het als klassieke muziek klinkt'. Wanneer hij merkt dat zijn grapje niet echt aanslaat bij mij, stelt hij ons voor om te verhuizen naar een ander gebouw en even, heel even, krijg ik dat warme gevoel vanbinnen dat ik iets goed gedaan heb...

Hij geeft ons 2 aparte kamers voor dezelfde prijs en op het eerste zicht is het hier wel stil. Tot als we ons in bed installeren. Dan begint er een of andere dronkaard een urenlang telefoongesprek te voeren voor het hele gebouw, terwijl hij ons nu en dan laat meegenieten van zijn onkunde op de piano. Ook de hond van de buren vindt dat zijn tijd is gekomen om te schitteren en staat onder ons raam te huilen alsof zijn leven ervan afhangt. Ondertussen heeft de idioot beneden een blokfluit gevonden om onze nachtrust nog meer te beperken en zo gaat het nog even door tot we uit pure miserie in slaap vallen. De volgende ochtend staan we met bloeddoorlopen ogen de auto in te laden, wanneer de eigenaar ons tegemoet komt om ons een kaartje te geven zodat we zijn hostel kunnen aanbevelen aan andere mensen. Dit zou ik mijn grootste vijand nog niet toewensen, dus de kans is klein. Wij zijn vooral dolgelukkig dat we dit dorp ver achter ons kunnen laten.

De weg naar Perito Moreno, ons doel voor vandaag, is lang en intussen heeft het prachtige berglandschap plaatsgemaakt voor 1000 km steppe, droge grasvlaktes waar hier en daar een lama staat te grazen. Gelukkig liggen de wegen er hier nog goed bij zodat we lekker opschieten. Enkel het laatste stuk hebben we geen andere keus dan de 'Ruta 40' te nemen. Een onverharde grindweg die varieert van middelmatig slecht tot rampzalig en die onze Suzuki tot het uiterste drijft. Doordat ons autootje zo zwaar overladen is en door de diepe sporen van de camions sleept de bodem regelmatig eens over de grond. In het begin stoppen we telkens als dit gebeurt om te kijken of er iets beschadigd is. Na verloop van tijd gaan we steeds sneller rijden en leggen ons erbij neer dat we enkel kunnen hopen dat er niets belangrijk geraakt wordt door een steen (een lekke benzinetank zou katastrofaal zijn). Gelukkig rijden we na 50 km terug op asfalt, zonder onderdelen kwijt te raken.

Bij gebrek aan degelijke hostels proberen we in Perito Moreno eens in een cabana (soort bungalow) te overnachten. Na veel rondvragen vinden we er een op een camping die beschikbaar is. De meisjes zijn niet echt te spreken over de douches en toiletten, dus besluiten we om eens te gaan kijken hoe het bij de mannen zit. Het eerste dat ik zie wanneer ik de deur openduw is een kerel die temidden van een hoop bouwafval gitaar zit te spelen en de geur die ons tegemoet komt is ook niet bepaald uitnodigend. Toen had ik eigenlijk al genoeg moeten weten. Bij nadere inspectie van de WC blijken er 2 van de 3 toiletpotten te ontbreken, terwijl de laatste voor 3 kwart gevuld is met een bruine substantie die ik niet verder ga beschrijven. Fijn geregeld. De douches durf ik zelf niet meer te bekijken. In vergelijking met onze puinhoop is de vrouwenbadkamer een luxe-spa. En ook onze cabana is, op z'n zachtst gezegd, basic te noemen en niet echt proper. Tot nu toe zijn onze verblijfplaatsen in Patagonie nog geen voltreffers geweest. Maar laten we het positief bekijken en zeggen dat het er vanaf nu enkel beter op kan worden.

Weer een dag verder en weeral bijna goed geslapen, dankzij een gast die ons vannacht uitvoerig heeft laten kennismaken met de hedendaagse Latino-muziek (waarvoor dank). Op het programma vandaag staat, buiten een paar honderd kilometer rijden, een bezoek aan 'cueva de los manos'. Deze grot bevat schilderkunst (als je het zo al kan noemen), die tot 9000 jaar terug werd gedateerd. De site wordt door niet zoveel toeristen bezocht, wat waarschijnlijk te wijten is aan de ligging. De weg er naartoe is in extreem slechte staat en enkel geschikt voor Jeeps. Onze auto hangt zo laag dat Rutger en ik geregeld moeten uitstappen om stenen te verplaatsen omdat onze auto er anders niet over geraakt. Moesten we niet afgeleid worden door de schoonheid van de omgeving en zijn bewoners zouden we wel eens kunnen denken dat dit geen goed idee was geweest. Tussen het gras en de heuvels zien we paarden, guanaco's (soort lama), nandu's (soort struisvogel) en zorro's (soort vos) in het wild voorbij lopen. Aan het einde van de weg blijken we ons bovenaan de verkeerde kant van een grote canyon te bevinden. We moeten dus te voet verder: eerst naar beneden, dan verder langsheen de rivier die over de bodem van de canyon loopt tot aan een hangbrug en dan terug omhoog langs de rotsen. Een vermoeiende karwei, maar de grot is het harde werk zeker waard.

Information error

Net zoals in het backpacker spel, waar een foutieve-informatie kaart een beurt overslaan betekende, kan onjuiste of onvolledige informatie je in het echte leven ook veel tijd, moeite en geld kosten.

Het rondreizen is in Chili en Argentinie nog niet echt vlot verlopen. We hebben wel eens geklaagd dat het reizen in ZO-Azie lastig was (vooral in Indonesie) omdat je niet terecht kon bij een echte busfirma, maar aangewezen was op minibusjes bestuurd door mensen de niet altijd het beste met je voor hadden. In Zuid-Amerika is het net het tegenovergestelde, wat ook weer niet goed is. Hier zij het overanbod van busfirma's en keuze uit te veel verschillende route's het probleem. Wanneer je in een grote stad het busstation binnenstapt, heb je zo'n 50 verschillende maatschappijen om uit te kiezen. Onbehulpzame loketbediendes zitten zij aan zij in hun glazen hokjes waarop vaak enkel de naam van de maatschappij staat vermeld. Waar ze naartoe rijden en om hoe laat heb je het raden naar. Er zijn maar twee maatschappijen die een uurrooster op hun website hebben staan, maar deze doen niet alle bestemmingen aan. Wil je dus ergens anders heen moet je loketje na loketje afgaan tot je iemand vindt die vriendelijk genoeg is je verder te helpen. Het Spaans speelt ons ook parten. Christophe spreekt wel wat basis Spaans, maar het Hispo is toch nog iets anders. Sommigen houden hier rekening mee en spreken traag en gebruiken gemakkelijke woorden. De meerderheid vindt echter dat wij ons maar moeten aanpassen omdat we ons in hun land bevinden. Mmm... interessante theorie. Laten we vanaf nu in Vlaanderen ook iedereen die geen Nederlands praat gewoon negeren. Ook al zijn het touristen en zitten wij achter het loket van een internationale busfirma.

Meestal kan je voor informatie ook wel terecht bij de gastvrouw of heer van het hostel waar je verblijft. Helaas zorgt de 'je m'en fous' houding van de Chilenen en vooral van de Argentijnen ervoor dat je vaak met een kluitje het riet in wordt gestuurd. Het is niet dat ze niet vriendelijk zijn; je bent er gewoon niks mee vooruit.

Dan maar ten rade gaan bij onze oude vertrouwde vriend, de Lonely Planet; beter bekend als 'the book of lies'. In China heeft hij ons goed geholpen, maar de info in de Zuid-Amerikaanse versie is zo beperkt en compleet verouderd (ook al hebben we de meest recente versie). Elke keer we de LP hebben gevolgd, zijn we verkeerd terecht gekomen of vast komen te zitten.

De enige manier om aan info te geraken die dan nog overschiet, is het rondvragen bij andere reizigers. We hadden eerder al gezegd dat reizen iets heel subjectief is en het is niet omdat anderen een bepaalde plaats tegen vonden vallen dat wij het daar ook niet leuk of mooi zullen vinden. Maar als het aankomt op van de ene naar de andere plaats geraken, zijn zij vaak de meest betrouwbare bron van informatie.

Dus wanneer een Brit, die in onze hostel logeert, zegt dat het uur vanacht een uur is teruggedraaid, twijfelen we geen moment aan de juistheid van deze info en verzetten we onze klokken. Ook de computer en gsm van Jerie melden dat het uur veranderd is en automatisch werd aangepast. De volgende ochtend blijkt het uur toch niet veranderd en arriveren we 40 minuten te laat aan het busstation. Niemand kan ons vertellen hoe laat het nu exact is. De verschillende klokken geven allemaal een andere tijd aan en zelfs andere reizigers weten het niet meer. Een Colombiaanse jongen beantwoordt onze vraag hoe laat het nu eigenlijk is met 'ergens tussen 10 en 12'.

We reizen door tot in Puerto Montt, een havenstad 10 minuten verderop. Daar hebben we betere verbindingen met de rest van Chili en Argentinie. Helaas, ook daar weer geen geluk en alle bussen voor vandaag zijn volzet. Het maakt ons niet zoveel uit waar we nu juist naartoe gaan, zolang het maar in zuidelijke richting is. Maar geen enkele firma heeft nog plaatsen voor ons; voor sommige bestemmingen bestaat zelfs een 2 weken lange wachtlijst. Er is ook nog een boot die van hieruit Zuidwaards vaart, maar deze vertrekt pas over 2 dagen. We hebben echt geen zin hier op te wachten. Dan maar weer een auto huren?

Het duurt een eeuwigheid voor we het autoverhuurbedrijf vinden (het plan in de LP is niet juist), maar we krijgen dan toch positief nieuws. Er zijn nog auto´s beschikbaar en als we willen kunnen we binnen het uur al onderweg zijn naar Patagonie. We vragen nog even na hoe we nu het best rijden, waarop de loketbediende antwoordt dat de enige weg in Chili die naar Patagonie leidt, de Carretera Austral, is afgesloten wegens stakingen. De enige andere weg, Ruta 40, loopt via Argentinie en het opstellen van de vergunning om met de huurauto de grens over te mogen, duurt een week. Dan maar eens bij een andere firma proberen. Deze beweren dan weer dat de Carretera Austral wel open is, maar je kan deze weg niet op met een gewone auto wegens te gevraalijk; we zouden een 4x4 nodig hebben en die vinden we te duur. Nog een derde firma geeft ons weer heel andere informatie, en zij beweren dat ze de vergunning om Argentinie binnen te mogen op 1 dag rond kunnen krijgen. Mijn hoofd doet intussen pijn en tolt van al de tegenstrijdige info die het vandaag heeft moeten verwerken. We kiezen dan maar voor een huurauto van de laatste firma.

De volgende ochtend blijkt de auto die we gevraagd hadden er niet te zijnen krijgen we een piepkleine Suzuki Swift toegewezen. Even lichte paniek dat dit autootje geen 4 personen en al hun bagage gaat kunnen houden, maar tot onze verbazing is ze erg ruim vanbinnen. Ook de vergunning is in orde geraakt binnen 1 dag zoals beloofd; iets wat de andere firma´s hadden gezegd dat niet mogelijk was. Eenmaal aan de grens zien we echter dat we de papieren hebben meegekregen van een Bruine Mercedes. Gelukkig is de Chileense douaneambtenaar zo vriendelijk een correctie af te printen (ze heeft vast de wanhoop in onze ogen gezien) en zo geraken we toch nog probleemloos de grens over. Eindelijk! Na een hele stroom van foute gegevens en informatie (waardoor we 3 dagen zijn komen vast te zitten) verwerkt te hebben, zijn we op weg naar Patagonie.

Ich bin ein Chilener

Op zoek naar het hostel valt het ons direct op dat we hier niet echt het ´Zuid-Amerika-gevoel´ zullen krijgen. Mijn idee van Zuid-Amerika is namelijk chillen, zon, zee en strand, en niet hetgene waar we ons nu bevinden. De mensen lijken Duits, de huizen lijken Duits en er hangen zelfs Duitse vlaggen te wapperen in de wind. Het feit dat de mensen hier Spaans spreken en de felgekleurde huisjes hier en daar verspreid over de stad, is het enige dat weggeeft dat we nog in Chili zijn.

Toch veel tijd om hier over na te denken heb ik niet. Ik heb namelijk iets leukers gevonden om me op te focussen: de voeten van Christophe... Je zal wel denken wat is daar nu leuk aan? Het lijken wel 2 ballonnen en telkens als hij een stap zet zie je het water erin heen en weer klutsen. Arme jongen! Dan drinkt hij eens een glas water en weet zijn lichaam niet eens wat ermee te doen. Of is het misschien de leeftijd?

Aangekomen in het hostel worden we ontvangen door een Uber-Duitser die ons weet te vertellen dat er eigenlijk niet echt plaats is, maar wel een ´efforke´ wil doen voor ons. We worden dus gesplitst. Rutger en ik op de zolder waar er een matras is neergelegd en wat het bed van Rutger moet voorstellen. Yirka in een dorm waar er een kerel bij haar ligt die neurotisch de hele dag zijn kleren steeds opnieuw opvouwt (zo iemand waar je van verwacht dat hij s´nachts je organen steelt om te verkopen of misschien zelfs opeet). En Christophe in zijn eigen prive-suite. Tja, niemand wil bij een persoon slapen die naar natte hond ruikt. Zo komt het dat elke hond hem als ´packleader´ ziet.

Eenmaal gesettled besluit deze hongerige crew iets te gaan eten. Een Italiaans restaurantje aan het marktpleintje voldoet aan onze eisen en we vleien ons neer op hun terras. Het eten is er verrassend lekker en het stilt dan ook goed de honger. Onze eerste dag in Puerto Varas verloopt voor de rest heel rustig. Ik kruip in mijn bed om wat slaap in te halen en de rest gaat een jugo drinken op een terrasje met uitzicht op de meest perfect gevormde vulkaan. Vraag me niet waarom deze vulkaan zo speciaal is maar Yirka zegt dat het zo is, dus ik geloof haar op haar woord, zoals altijd. ´S avonds nog een lekkere zelfbereide broodmaaltijd die we nuttigen samen met de heerlijke Alta Vista-wijn die we in Mendoza gekocht hebben.

Na onze rustdag besluiten we om eens wild te doen en een lokaal busje te nemen naar de Petrohue-watervallen. Hoewel we het weer niet meehebben en het heel mistig is, zijn de watervallen prachtig. Toch zijn ze niet half zo mooi als de bossen, riviertjes en lagunes die er rond liggen. Het zijn Avatar-achtige toestanden en ik heb dan ook enorme spijt dat ik mijn fototoestel niet mee heb en ome Roger dus niet opnieuw trots kan maken. Ondertussen is het avond geworden en gaan we gezellig nog een hongertje stillen. Daarna vroeg in ons bed of, in Rutger zijn geval op zijn matras, want de volgende dag wordt een toppertje. Tegen mijn zin heeft Yirka namelijk besloten om te gaan canyoningen.

Met veel schrik vertrekken we de volgende ochtend naar de watervallen waar we dit gaan doen. We worden hier in veel te spannende outfits gestoken en aangeraden deze nog niet helemaal tot boven toe te ritsen. Al gauw begrijpen we waarom. Om bij de watervallen te geraken moeten we eerst een klim doen van 45 minuten en ook zonder het pak tot boven toe te doen is dit zeer vermoeiend en vooral hot. Ik ben ondertussen in mijn zaag geschoten en vervloek Yirka en de kerel die ons naar boven leidt nu al. Tot we in het water zijn en van de eerste waterval naar beneden tuimelen. Ik weet niet of het de zenuwen zijn of gewoon van plezier, maar ik kan niet stoppen met lachen. Het is alsof alle stress van me afglijdt. Echt waar, het plezantste dat ik ooit gedaan heb! Buiten het gezaag van Christophe dat zijn klokkenspel intussen bijna tot onder zijn oksels hangt, zie ik enkel nog enthousiaste, lachende mensen. Voor de sprong van 10 meter passen Yirka en ik omdat deze ons toch een beetje te gevaarlijk lijkt. Wisten wij veel dat het ergste nog moet komen.

Na alle plezier is het dus tijd geworden voor bittere ernst. Een rappel van 40 meter naar beneden naast een waterval tovert mijn glimlach om in een frons en uiteindelijk bijna in een wenend gezicht. Rutger besluit eerst te gaan en daarna Yirka. Met een klein hartje ga ik ook naar beneden en omdat ik ronddraai aan mijn koord (wat normaal bleek te zijn achteraf) sla ik helemaal in paniek. Ik kan niet anders dan mijn ogen zo hard mogelijk toe te knijpen en af en toe naar beneden te kijken of ik er al niet ben. Eenmaal beneden aangekomen sta ik te schudden op mijn benen en kijk ik naarstig rond om te zien waar het pad loopt om tot bij Rutger te komen. Geen padje te bespeuren. Wat nu? In zijn beste Spanglish probeert de instructeur me te vertellen dat er maar 1 manier is om daar te komen en dat is springen van de 6 meter hoge rots waar we opstaan. Even twijfel ik, maar door de aanmoediging van Yirka en Rutger en de overgebleven adrenaline van het rappellen spring ik dus toch. Rutger verwelkomt me heel trots en ik ben zo blij dat ik het gedaan heb. Echt een toppertje! Nadat iedereen veilig op de grond staat, stellen de instructeurs nog voor om de sprong van 14 meter te doen. En mietjes die we zijn laten we deze netjes aan ons voorbij gaan. Dit is toch iets te hoog!

Omdat deze dag redelijk intensief was, geven we onszelf de dag erna een rustdag. Het wordt een stay-in dagje en omdat het slecht weer is geven we hier niet echt om. Het wordt een dagje met veel gelach, pintjes en het ´Backpackers-spel´. Geen idee wat dit spelletje juist inhoudt want het is zo ingewikkeld dat ik het toch niet zou kunnen uitleggen. Als je het echt wil weten kan je de regels best aan Christophe vragen. Hoewel hij de meester van het spel is, slaagt hij er niet in om te winnen. Tja, dat noemen ze karma of zou het toch de leeftijd zijn?

Don't fry for me Argentina

Het is niet louter om budgettaire redenen dat we besluiten om terug te keren naar Chili. Tijdens de heenreis naar Mendoza werden we omvergeblazen door de pracht van het Andesgebergte. We vonden het echt jammer dat we zo´n mooie streek slechts vanop de bus hebben zien voorbijflitsen. Daarom maken we nu van de gelegenheid gebruik om er onderweg te overnachten zodat we wat meer tijd kunnen doorbrengen in dit ruwe berglandschap.

We laten ons door de buschauffeur (die deze keer wel zo vriendelijk was ons mee te nemen) afzetten aan een hostel ergens in the middle of nowhere. Het eerste dat ik bij het uitstappen zie is een smeulende BBQ afgeladen met heerlijk vlees en er verschijnt meteen een glimlach op mijn gezicht. Deze hostel is geweldig! Mijn blijdschap is echter van korte duur wanneer ik verneem dat het lekkers niet voor ons bestemd is. De uitbater vindt dat hij met ´Nee, er is niet genoeg´ voldoende uitleg heeft gegeven en verdwijnt weer. Terwijl ik eigenlijk wel zou willen weten of er dan iets anders op het menu staat dat we kunnen eten. Even later wordt ook deze vraag beantwoord met een njet. Zelfs de hongerige puppyblik werkt niet bij deze koele kikker. Er is echt helemaal niets, wat onbegrijpelijk is voor een hostel die zo afgelegen is. Hij was nochtans op de hoogte dat we vandaag kwamen. Ik krijg het vermoeden dat deze gast niet mijn beste vriend gaat worden. Omdat we niet willen toekijken hoe andere mensen genieten van dit feestmaal, zit er niets anders op dan met een grollende maag naar onze kamer te gaan. Het is pas 9 uur! Gelukkig kunnen we nog wat lachen met de klank- en lichtshow van Steamboat Jerie ofwel Jerie con gas die zelfs een stoomtrein omver zou blazen en ook de doven waar voor hun geld geeft. Zo vergeten we onze honger toch een beetje en laten onze jaloezie varen tov. diegenen die wel eten hebben. Ik hoop alleen dat ze morgen de diarree van hun leven krijgen en dat ze een lange busreis voor de boeg hebben.

De volgende dag storten we ons als en meute hongerige wolven op het onbijt. Nadat ik ervoor gezorgd heb dat we vanavond zeker een Argentijnse BBQ (asado) krijgen, willen we een fietstocht maken en vragen de uitbater of we bij hem fietsen kunnen huren. Zoals gewoonlijk is hij weer zijn spraakzame zelf. ´Ja, dat kan´. Vervolgens springt hij op zijn mountainbike om 2 uur te verdwijnen naar het dichtstbijzijnde dorp. Ik heb het vast niet goed verwoord... Tijdens het lange wachten speel ik wat met een van de vele honden van het hostel. Hij ziet mij als zijn baasje of toch alleszins dom genoeg om steeds weer zijn geliefkoosde steen weg te gooien. Toch iemand die mij als packleader ziet en mijn leiderscapaciteiten weet te apprecieren. Ook al kwijlt hij en ruikt hij niet al te fris, ik beschouw ´perro´ als een van mijn volgelingen.

Wanneer de eigenaar zijn langverwachte rentree maakt, vragen we hem nogmaals of we zijn fietsen dan nu kunnen huren. ´Dat is geen enkel probleem. Ik heb er wel maar 2. Anders moet je 6 Km naar het dorp wandelen en ze daar huren´. Pfff. Ik begin stilaan te vrezen dat we hier te maken hebben met 3e generatie inteelt. Dat had hij een paar uur geleden wel eens kunnen zeggen. Nu is het de moeite niet meer. Het zou me zelfs niet meer verbazen als hij ons vanavond een vegetarische BBQ voorschotelt. We houden het dan maar op een wandeling langs de rivier en we nemen zijn hond mee als gijzelaar. Ik heb het beest nog nooit zo gelukkig gezien en hij blijkt nog een goede gids te zijn ook. S´avonds komt de geur van gegrilld vlees ons tegemoet en we kunnen al snel aan tafel gaan. Het ziet er dik in orde uit met brood en groentjes, maar vooral met veel vlees. Ik moet toegeven, hij kan er wat van en na de maaltijd ben ik zijn vreemde gedrag allang vergeten.

De volgende dag reizen we verder naar Santiago. Ik laat perro nog enkele keren achter zijn steen rennen en dan is het tijd om afscheid te nemen. Geen nood, we hebben dogbookadressen uitgewisseld zodat we elkaars avonturen kunnen blijven volgen. Op het minibusje worden we onmiddellijk aangesproken door een jonge Chileen die onze hulp vraagt om 10 of 20 sloffen sigaretten het land binnen te smokkelen. Waarom zou je in godsnaam zoveel sigaretten willen meenemen naar een land waar ze even duur zijn? We wijzen zijn aanbod vriendelijk af. Dat hij zijn plan ermee trekt. Door al deze onzin missen we bijna de machtige Aconcagua die met zijn 7000 meter ver boven alles op het westelijk halfrond uitsteekt. Spijtig dat je zoiets van achter glas moet zien. De grenscontrole verloopt voor iedereen zonder problemen en even later zijn we terug in de Chileense hoofdstad, waar we meteen bustickets kopen naar Puerto Varas en van waaruit onze rondreis door Patagonie van start zal gaan.

Miss in Mendoza

Rapha is terug naar Rio, en Timbo en postman Pat hebben plannen een auto te huren om de kuststrook verder af te rijden, dus dit lijkt ons een goed moment om ook eens terug in beweging te komen. We kiezen voor Mendoza in Argentinie als volgende halte. Het zou in Argentinie makkelijker zijn om door te reizen tot in Patagonie en vooral ook goedkoper. Onze dag verloopt als een typische reisdag: de bus op tot in Santiago, enkele uren wachten in het busstation om dan de bus tot aan de grens te nemen, weer enkele uren wachten om de grens over te mogen, om dan terug de bus te nemen tot in Mendoza. Vroeg in de ochtend vertrekken om pas 's avonds laat compleet uitgeput toe te komen. Jerie en Rutger herhalen enkele keren hoe erg ze het reizen zelf (van het ene punt naar het andere geraken) hebben onderschat.

Christophe en ik hebben ondertussen de gewoonte gekweekt niks op voorhand meer vast te leggen; ook onze slaapplaats niet. Op een of andere manier heeft deze manier van reizen altijd voor ons gewerkt. Maar is het nu omdat je in Azie meer opties had (als een hostel volzet was, kon je nog steeds op hotel gaan; in kost was dit toch niet zo'n groot verschil) of omdat met 2 onaangekondigd binnen wandelen toch nog steeds met 2 man minder is dan met 4, in Zuid-Amerika lijkt het maar niet te lukken last minute aan een degelijk bed te geraken tegen een goede prijs. Doe daar dan nog eens bij dat in Mendoza dit weekend blijkbaar het jaarlijkse wijnfestival plaast heeft, waardoor het halve centrum en daarmee ook de straat waarin de meeste hostels zich bevinden is afgezet, en je kan al raden dat ook deze keer het vinden van een slaapplek niet vlot is verlopen.

Na een uur verloren gelopen te zijn in de straten van Menzoda, belanden we plotseling ten midden van het feestgebeuren, jammer genoeg nog steeds beladen met onze loodzware rugzakken. Ik weet niet wat de meesten zich voorstellen bij een wijnfestival, maar het zal alvast niet zijn wat wij te zien kregen op dat moment: een twintigtal praalwagens versierd met bloemen en vooral veel glitter rijden door de hoofdstraat. Erop staan Argentijnse beauties in een baljurk (die zelfs Barbie jaloers zou maken) te wuiven naar het publiek, terwijl rond de wagen haar 'happy helpers' de mensen overladen met geschenkjes en confetti in de kleuren van de Argentijnse vlag. Plezier voor het hele gezin dus en de hele stad lijkt te zijn afgezakt naar het centrum om een feestje te bouwen. Voor ons is het iets minder leuk ons door de mensen massa te moeten wringen met heel ons hebben-en-houden op onze rug om dan te moeten beseffen dat we op geen enkele manier de straat waar we moeten zijn, kunnen bereiken.

We zien ons geen ander alternatief dan af te zakken naar een er verdacht uitziend gasthuis van een dame die gasten aan het ronselen was aan de bushalte. Dankzij enkele vriendelijke 'locals' vinden we deze keer wel de weg en kunnen we na een half uur onze ogen eindelijk toedoen. Dat we in stapelbedden in de garage van een oude vrouw liggen, lijkt niemand van ons te deren.

De volgende dag krijgen we te horen dat door de inflatie in Argentinie de prijzen in het laatste jaar zijn verviervoudigd en dat het dus eigenlijk veel goedkoper was om vanuit Chili naar Patagonie te reizen. Ook blijken de meeste wijnbodega's gesloten voor het weekend, waardoor het even lijkt of we helemaal voor niks naar hier gekomen zijn. Gelukkig is het lekker weer (hot, hot, hot) en overal in de stad bevinden zich mooie parken, dus genieten we maar van een beetje 'park life' in de zon. In Pichilemu hadden Tim en Pat tevergeefs aan Jerie de regels van cricket proberen uitleggen (ze had al de slappe lach toen Pat nog maar zei dat je een ´stick´en ´ball´nodig hebt om het spel te spelen), wat Christophe en Rutger inspireert tot een geimproviseerde match van wat de saaiste sport ter wereld moet zijn.

'S avonds op een terras in de stad nog een glaasje wijn gaan drinken. In tegenstelling tot gisteren avond liggen de straten er maar verlaten bij. Waneer we terug in onze 'hostel' arriveren begrijpen we waarom. Deel 2 van de misverkiezing vindt vanavond plaats en de meeste inwoners van Mendoza zijn naar het stadium gegaan om de kroning van ´La Reina Nacional De La Vendimia´ live mee te maken. Onze gastvrouw zit aan haar tv-toestel gekluisterd en komt Christophe (de enige die met haar een conversatie kan voeren) enthousiast uit onze kamer halen elke keer de missen van kostuum veranderen of een belachelijk dansje opvoeren. We wisten dat Argentinie bekend staat om z´n vlees. We hadden alleen niet gedacht dit soort vlees.

Die maandag ochtend gaan we toch nog een bodega bezoeken, vlug voor we vertrekken. Het zou zonde zijn niet op z´n minst 1 wijngaard te hebben bezocht. We kiezen voor Alta Vista. Niet omdat we als echte connaisseurs weten dat ze daar goede wijn serveren, maar omdat de website er fancy uitziet en omdat ze een romantische picknick lunch serveren.Voor we hier van mogen genieten moeten we echter eerst nog door een stressmoment . Eerst slagen we er niet tickets voor de juiste bus te vinden omdat iedereen ons maar een ander perron blijft aanwijzen, en eenmaal op de bus zegt iemand dat we op de verkeerde bus zitten (wat niet zo is, blijkt achteraf) en maar beter aan de eerst volgende halte kunnen afstappen. Afgestapt en een taxi in gesprongen, die ons 500 meter verderop al aan de poort van de wijngaard afzet. Dit is zo een moment waarop je dan eens diep ademhaalt en jezelf motiveert er toch nog een leuke dag van te maken.

Onze gids doorheen de kelder is gelukkig geweldig en het is verfrissend over wijn bij te leren in een omgeving die helemaal niet blase overkomt (onze aanrader deze keer: Single vineyard Temis 2008). De picknick wordt ook door iedereen goed gesmaakt en een beetje tipsy van de combinatie wijn en brandende zon, verliezen we de tijd wat uit het oog. Omdat we na onze aankomst in Mendoza collectief besloten hadden terug wat meer gepland te reizen, hebben we onze tickets naar Uspalatta reeds geboekt en moeten we voor 4 uur terug in het busstation zijn. Geen taxi te bespeuren waardoor we maar op de lokale bus stappen, die tergend traag lijkt te rijden en natuurlijk aan elke halte moet stoppen. Pff diep ademhalen...

We komen 10 minuten te laat aan op ons perron. De bus naar Uspalatta staat er nog en de chauffeur zien we net nog een cigaretje opsteken. Een meevaller, denken we. De chauffeur is echter even vriendelijk dan de gemiddelde Lijn-chauffeur en weigert ons nog op de bus te laten. Hij vertrekt uiteindelijk 20 minuten te laat, zonder ons.